donderdag 24 januari 2013

Handen heb je om te geven

In de supermarkt voel ik iets aan mijn rok. Ik kijk omlaag en zie tot mijn verbazing een klein meisje dat zich stevig aan mijn rok vasthoudt – denkend dat ik haar moeder ben. Ze merkt niet meteen dat ze de verkeerde vasthoudt, maar even later laat ze verschrikt los en ze holt het volgende gangpad in, op zoek naar haar eigen moeder. Dat kleine handje roept herinneringen bij mij wakker aan de kleine handjes van mijn kinderen.

Toen ze geboren werden, waren  hun handjes piepklein en teer, met van die onbeschrijflijk kleine nageltjes. Soms lagen ze in hun wiegje naar hun eigen handjes te kijken terwijl ze sierlijk met hun armpjes en handjes bewogen  en ze verwonderden zich. De kleine vingertjes waren sterk: vol kracht konden ze zich om je vinger klemmen. Het was bijzonder hoe zo’n klein handje later in de jouwe gelegd werd: zoekend naar veiligheid en houvast. Aan jouw  hand gaat het kind vol vertrouwen en durft het weer verder.

foto die een vriend maakte
van het handje van zijn kleinkind

Zo groeien kleine babyhandjes uit tot grote handen: breed of smal, met hele eigen lijnen en een eigen vingerafdruk. Die handen gaan ook meer en meer dingen kunnen zoals veters strikken, knopen vastmaken, pianospelen, borduren, koekjes bakken, schrijven en tekenen. Handen kunnen heel maken, troosten maar ook pijn doen en dingen kapot maken, ze kunnen geven en ontvangen, maar ook met geweld nemen. Zo krijgen die kleine babyhandjes langzaam maar zeker hun eigen vorm en hun eigen geschiedenis.

De handen van mijn schoonvader, die boer was,  waren echte werkhanden: sterk en groot en getekend door het vele werk. Het waren handen waar je op kon vertrouwen. Zo zijn er ook handen die warm zijn en kunnen troosten, handen die je verzorgen en toedekken, handen die moe zijn en oud, handen die druk zijn en zenuwachtig ...

Met hun handen maken mensen contact: we zwaaien uit de verte, we aaien een poes, we geven iemand een hand of leggen een hand op een schouder. In sommige situaties, als we geen woorden hebben, kan dat heel troostend zijn: een warme, liefdevolle hand op je arm. Die ander wil zeggen: ik ben bij je. In bepaalde situaties betekent een simpele handdruk veel en veel meer: verzoening, vrede .. een wereld van verschil.

fotograaf onbekend

Joodse ouders leggen elke sabbat hun handen op het hoofd van hun kind en geven het de zegen. Ik vind dat een mooi gebaar: het staat symbool voor de nabijheid en steun van de ouders en van de Goede God. Juist ook als er moeilijkheden zijn of ruzie, en er dan toch die zegen is, is dat heel bemoedigend. Mijn kinderen gaf ik elke avond voor het naar bed gaan de zegen.Ik legde mijn hand op hun hoofd en sprak een eenvoudige zegen uit. Er kwam een moment waarop ze dat terug gingen geven: als ik ziek was, of het moeilijk had.Dan legden ze hun kleine hand op mijn hoofd en zeiden ernstig: God zegene mama Monica. Een kostbaar geschenk ...

Er gaat kracht uit van een dergelijk gebaar. Toen een van onze kinderen naar de basisschool ging, vond ze het moeilijk om mij los te laten. Die vreemde klas en vreemde juf: daar durfde ze eigenlijk niet naartoe. Ze stond in de deuropening te aarzelen en ineens draaide ze zich om en zei: 'Mama, de zegen!' Ik gaf haar de zegen die ik haar ook altijd 's avonds gaf, en toen stapte ze dapper de nieuwe klas in. Het is mooi als handen zo iets van liefde, zorg en aandacht kunnen symboliseren en kracht kunnen geven.

Er is een gedicht van Rainer Maria Rilke, ‘Herfst’  waarin de hand enerzijds symbool staat voor al het leven dat vallen kan en eindig is – en tegelijkertijd ook voor iets dat daar boven uitstijgt: het leven dat ondanks alles gedragen en vastgehouden wordt. Het laatste couplet (in een vertaling van E. van Schwarz-van Woerden) luidt:
Wij vallen allen, deze hand hier valt.
En zie naar anderen: het is in allen.
Toch is en blijft er Eén, die al dit vallen
oneindig zacht vast in zijn handen houdt.

In dat vertrouwen mogen onze handen daar iets van laten merken. Het is een zegen: handen die helpen en helen, die delen, die dragen, die zorgen, die ontvangen, die geven, die strelen en troosten of handen die recht doen. Gezegend zijn mensenhanden die Gods liefde zichtbaar en tastbaar maken. Want God heeft geen andere handen dan ónze handen.


Dit weblog verscheen eerder in ingekorte versie in "In gesprek', het blad van de Protestantse Vrouwen Organisatie

donderdag 17 januari 2013

Wit als sneeuw


Voorzichtig rijd ik terug naar huis na een bezoek aan mijn dochter. De weg is op sommige plekken flink glad. In de koplampen zweven de sneeuwvlokken mij tegemoet. Het is wonderlijk hoe ze net voor de autoruit afbuigen en naar boven glijden. Op de radio hoor ik over een sneeuwballengevecht, aangekondigd via facebook. Met project X in het achterhoofd geeft dat wat stress, maar ik hoor hoe honderden mensen zonder problemen plezier gemaakt hebben in de sneeuw.
Als volwassenen leren wij het spelen af: dat hoort niet meer. Mensen zoals ik die het spelen niet helemaal verleerd hebben en met hun kinderen die inmiddels ook al volwassen zijn, spelen, worden vaak wat vreemd aangekeken. Maar nu er sneeuw ligt, is het ineens anders: honderden mensen leggen hun idee van wat hoort even opzij en gaan spelen met sneeuw.

Ermelose hei

De maand januari lijkt soms eindeloos donker en somber. Grijze wolkenluchten, zo weinig licht dat je haast de hele dag de lampen aan moet hebben. De adventskaarsen en kerstversiering is al weer opgeborgen en het wordt elke dag iets langer licht, maar omdat het zo langzaam gaat en de dagen zo grijs en donker zijn, merk je het nog niet. Wat een verademing dat dan ineens al die regen ineens verandert in sneeuw. Het is wonderlijk dat hetzelfde water dat ons op druilerige dagen moedeloos en treurig maakt, nu zo veranderd is dat het ons vrolijk maakt en aan het spelen krijgt!

een boom in onze straat

Sneeuw doet iets met mensen. Het maakt de wereld mooi en licht. Alles wat je ergert, zoals de moestuin die ik in het najaar niet voldoende heb gewied en het zaagsel uit het caviahok dat naast de afvalcontainer was gevallen, is verdwenen. Alles is nu smetteloos wit en zacht. In de sneeuw zie je alleen de vogelpootjes, vooral bij de voederplank. De koolmeesjes eten de pinda’s voor het raam en vanuit mijn werkkamer zie ik telkens roodborstje. De struiken hebben een sierlijke witte laag en op de paaltjes ligt een hoedje van sneeuw.

onze moestuin is stralend wit

Met het fototoestel ga ik erop uit. Er is zoveel moois te zien. Op facebook wordt duidelijk dat ik niet de enige ben die zo van de sneeuw geniet: veel mensen hebben dankzij de sneeuw oog voor de schoonheid van de dingen. Prachtige foto’s komen voorbij. Het is onze gewone leefomgeving en toch ook niet: het is allemaal veranderd in een sprookjeswereld.
De sneeuw maakt de wereld zacht: harde geluiden worden gedempt en de felle kleuren en de onrust van onze wereld is verdwenen. Dat mensen verlangen naar een Witte Kerst heb ik vaak wat als een vals en ouderwets sentiment afgedaan, maar als je er meer over nadenkt, is het eigenlijk helemaal niet zo vreemd. Deze stille, vredige wereld, zo smetteloos en zacht – het past bij dat verhaal over een geboorte. Het kwetsbare nieuwe begin waar Kerst over gaat, wordt zichtbaar in deze witte wereld die een heel nieuw gezicht krijgt.

in deze bevroren wereld gaat de zon onder

In onze wereld vol lawaai, drukte, schreeuwerige kleuren en vele prikkels, is dit wel eens even goed: rust en stilte. We moeten langzamer rijden, we gaan ruim op tijd op pad, we laten sommige dingen die we van plan waren vervallen en zo komen we zelf tot rust.

Er moeten nog wat briefjes rondgebracht worden. Ik doe mijn winterlaarzen aan en mijn warme jas en ga lopen. Vandaag geen gejacht, maar loopmeditatie door de sneeuw!

donderdag 10 januari 2013

Liefdevolle levensvreugde


Op ons prikbord hangen altijd allerlei briefjes van exposities en musea. Ik heb ze uitgescheurd uit de krant of een tijdschrift omdat ik denk: daar zou ik wel naar toe willen. Maar de meeste briefjes eindigen roemloos bij het oud papier, omdat de tentoonstelling inmiddels afgelopen is en ik geen tijd had om te gaan kijken.

Dat is wel een van de grote problemen van deze tijd: er zijn eindeloos veel mogelijkheden, maar als mens heb je de beperking dat je maar één ding tegelijk kunt doen. Een tijd lang hebben we geloofd in multitasken, maar het blijkt toch dat de mens zich daarmee wat overschat. We willen teveel en onze geest en ons lichaam kunnen het niet bijhouden.

Daarom moeten we  keuzes maken. Dat is lastiger dan je denkt. Want vaak worden we geleefd,  kiezen we niet zelf, maar laten we de omstandigheden ons leven bepalen. Het is een hele kunst om prioriteiten te stellen en om aan eenmaal gemaakte keuzes vast te houden. Het is een worsteling om jezelf te beperken, om jezelf niet op te jagen omdat je veel te veel wilt.

Maar soms ineens heb je geluk. Dan zijn de omstandigheden zo, dat je iets zomaar in de schoot geworpen krijgt: zonder enige worsteling of moeizaam te maken keuzes. Ik ben een dagje in Münster voor de kerstmarkt, en loop langs een museum. Daar blijkt een expositie te zijn over Marc Chagall en de bijbel. Dat is voor een Chagall-liefhebber die ook nog eens veel met de bijbel werkt ineens een onverwacht geschenk.

Musea zijn voor mij een soort oases in de tijd. Er is ruimte en stilte, er is schoonheid en je wordt aan het denken gezet. Kunst heeft te maken met emoties en met de diepere lagen in een mensenleven. Ik lees momenteel het boek ‘Hoe word ik gelukkig’ van Guus Kuijer. Daarin schrijft hij over kunst: “Kunst herbergt de belofte dat ik  het gebied dat ik tot dan toe overzag kan verruimen, dat ik de muren van mijn beperktheid kan doorbreken en dat ik daardoor meer en beter kan leven’. (p.39) In een museum leren we kijken en leren we leven.

Sankt Stehpan Mainz
met glasramen van Chagall
foto: Mattias Zepper, wikipedia

Zo sta ik daar in die grote hoge zalen tussen kunstwerken die ik veelal slechts in  boeken zag, maar nog nooit in het echt. Er hangt een gebrandschilderd glasraam op ooghoogte. Anders zijn deze ramen alleen met een zere nek of een verrekijker te bewonderen. Nu kan ik van dichtbij alle details zien: een kleine vogel, een tak met blaadjes, de maan daarachter.

Het is mooi om te zien hoe Chagall de bijbel niet illustreert, maar interpreteert en daarbij eigen keuzes maakt. Chagall komt uit een Chassidische familie. Deze Joodse stroming was voor de gewone Jood, en heeft alles te maken met het gewone dagelijkse leven. Want in het Chassidisme is God overal en in alle dingen aanwezig en God wordt gevonden in de dagelijkse dingen (i.t.t. in andere stromingen waarbij men zich bijvoorbeeld uitputtend verdiept in de nuances van de Joodse wetgeving). Levensvreugde is dan ook een belangrijk element van het Chassidisme. Het geloof in de liefdevolle nabijheid van God in alle dingen is de achtergrond van Chagall’s kunstwerken, en dat straalt er van af. Aan de wand hangt een citaat van Chagall:

Als ik geen Jood zou zijn geweest, zou ik geen kunstenaar geworden zijn, of tenminste een heel andere kunstenaar.

Chagall’s eerste vrouw Bella schreef een boek over haar jeugd en over haar kennismaking met Marc. Die boekjes ademen precies die sfeer van liefdevolle nabijheid van God, van de verbondenheid van het geloof met de dagelijkse dingen. Deze boekjes zijn in het Nederlands uitgegeven onder de titel ‘Brandende kaarsen’ en geven de sfeer van die manier van leven heel bijzonder weer.

In de expositie hangen ook schilderijen waarin Jezus als gekruisigde te zien is, maar dan als Jood, met een Joodse gebedsmantel om. Heel duidelijk wordt in de expositie uitgelegd dat Chagall religieuze dogma’s veroordeelt omdat ze polariserend zijn en scheidend en leiden tot ruzie, haat en oorlog. Hij wil een ménselijke Christus afbeelden waarin de liefde en het verdriet, beide kanten van het mensenleven, zichtbaar zijn.

portret van Marc Chagall
foto: Carl van Vechten 1941

Bovenin het museum hangen schilderijen die Chagall van het Hooglied maakte. Er hangt een opdracht naast:
 A Vava, ma femme, ma joie et mon allégresse
aan Vava, mijn vrouw, mijn vreugde en mijn blijdschap

De levensvreugde straalt er af en dat ontroert mij. Het is geen wonder dat deze kunst mij aanspreekt. Ook ik zoek Gods nabijheid in de dagelijkse dingen en ook ik geloof dat dat het leven vreugdevol kan kleuren. En zo stap ik het museum ánders uit dan ik er binnengekomen ben: ik kan meer en beter leven!


De expositie over Chagall is in Museum Picasso in Münster, tot en met zondag 13 januari 2013, op zaterdagavond 12 jaunari is het museum tot 22 uur geopend.

vrijdag 4 januari 2013

Zin-vol


De afgelopen dagen heb ik geluisterd naar de nieuwste afleveringen van de ‘Bijbeltapes’, een ‘audiofilm’ oftewel hoorspel van de bijbel. Regisseur Peter te Nuyl ‘verklankt’ de bijbel en maakt van elk bijbelboek een luisterbelevenis. Op bijzondere locaties en door gerenommeerde acteurs wordt de hele bijbel tot klinken gebracht in woorden en geluiden. Hierbij wordt de de letterlijke tekst van De Nieuwe Bijbelvertaling gevolgd. De acteurs lezen de tekst niet voor, maar ze brengen de tekst door hun spel tot leven – enkel en alleen met hun stem. 


Het is een bijzondere ervaring om bijbelboeken eens op deze manier te ‘lezen’; door ze te horen als een hoorspel. Soms komen bepaalde teksten ineens heel dichtbij of ben ik verbaasd: staat dat er zó? Als ik het bijbelboek Tobit luister word ik helemaal emotioneel van Anna’s ongerustheid over haar zoon. Wat is het herkenbaar dat Anna meteen het ergste denkt en hoe ze ondanks haar eigen angst toch elke dag naar buiten gaat en de weg afkijkt waarover hij is afgereisd. Terwijl je de stemmen van de acteurs hoort, zie je het gebeuren en voel je het aan de lijve. Het op deze wijze horen van de verhalen wekt je verbeeldingskracht.

In de eerste serie Bijbeltapes zat het boek Esther, o.a. opgenomen in de Hollandsche Schouwburg. Peter te Nuyl zegt daarover: ‘De locaties deden ook iets met de acteurs. Zij waren duidelijk onder de indruk toen we opnamen maakten in de Hollandsche Schouwburg, de plek waar de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog de Joden verzamelden voordat ze werden afgevoerd. Dat hoor je terug in die opnames en ik ben ervan overtuigd dat dat iets toevoegt’. Het is dan ook een indringend verhaal geworden, waarin de grens tussen toen en nu vervaagt: dit zijn verhalen uit een ver verleden en tégelijkertijd verhalen van nu. De angst en de hoop, de blijdschap en de wanhoop van die bijbelpersonages komen tot leven. Het zijn geen verhalen uit een oud stoffig boek, maar verhalen van mensen van vlees en bloed, als wij.


Toevallig luister ik rond de jaarwisseling naar het boek Prediker. Je hoort de geluiden van een stad: auto’s, mensen, het getik van hakken, bussen, een klok die slaat. Dan hoor je het geluid van een sleutelbos, een deur die opengaat, voetstappen op een trap ... en als de deur dan dichtslaat is het even helemaal stil. Zo moet een mens soms even uit alle jachtigheid en drukte stappen om na te denken, om zich te bezinnen op het leven en de zin ervan. Het is bijzonder hoe de regisseur zo een bepaalde sfeer neerzet, hoe hij vanuit de tekst tot een bepaalde setting komt. In Prediker hoor je het slijpen van een mes, het snijden van groente, getinkel van glazen, getik van bestek op servies, het geluid van het haardvuur  ... De regisseur laat Prediker spelen door drie vrienden die samen dineren en die daarbij filosoferen over het leven en hun levenswijsheid delen.

Daar in die kamer slaat een klok. Je hoort het uurwerk tikken en je ziet voor je hoe de slinger heen en weer gaat. Dan wordt dat bijzondere gedicht aan het begin van Prediker 3 gelezen over dat alles zijn tijd heeft:

Er is een tijd om te baren
en een tijd om te sterven,
een tijd om te planten
en een tijd om te rooien.
Er is een tijd om af te breken
en een tijd om op te bouwen.
Er is een tijd om te huilen
en een tijd om te lachen,
een tijd om te rouwen
en een tijd om te dansen....

Zytglogge Bern

Zo divers is het leven, en zo divers was ook het afgelopen jaar. Het leven bestaat uit uitersten. Zo waren er in mijn leven afgelopen jaar de grote blijdschap over mijn zoon die na veel strijd zijn eindexamen haalde  en daarnaast het enorme verdriet om een neef die niet meer beter kan worden. Er is de vreugde om mijn kinderen die uitgroeien en sterker worden en het verdriet om de generatie van mijn ouders die ouder en zwakker wordt. Het zit allemaal in het leven: de vreugde én de pijn. Ik vind dat niet altijd makkelijk. Maar daarin ben ik niet alleen: dat is al eeuwen zo. Ook de schrijver van Prediker worstelde ermee en zocht naar de zin van het leven.

Inmiddels is het nieuwe jaar een paar dagen oud. Wat is de zin van het leven? Ik las ergens:
De zin van de dingen is dat je er zin aan geeft.

Zou dat met het leven niet net zo zijn? Ik wens ieder een zin-vol 2013!




De volgende bijbelboeken zijn inmiddels als audiofilm uitgebracht:
deel 1:      Ester, Marcus, Hooglied
deel 2: Ruth, Prediker, Klaagliederen, Tobit en Romeinen

voor informatie over de Bijbeltapes: www.debijbeltapes.nl