donderdag 19 mei 2016

Uitbundige bloesems en stralende oogjes

Met 150 km per uur raas ik door Duitsland. Als ik iets te drinken haal in de restauratiewagon voel ik pas echt hoe snel we gaan. Allemaal verschillende landschappen trekken aan mij voorbij. Grote steden, kleine dorpjes, bossen met slingerende beekjes erdoorheen, heuvels en dalen. Overal waar ik langs kom, zie je dat het voorjaar begint. Sommige bomen hebben al een groen waas, van dat lichte lentegroen. Sommige bomen beginnen lichtrood te kleuren. Andere staan in volle bloei. Die bomen beginnen met de bloemen: al hun takken barsten uit in bloesems. Je ziet alleen nog maar roze of witte bloesems. En er zijn bomen die nog stram en stijf in hun wintertooi staan. Van de buitenkant lijkt er nog niets te gebeuren. Ze lijken dood of onwillig om zich aan het feest van het voorjaar over te geven. Maar misschien hebben ze gewoon wat meer tijd nodig.

Iedere boom begint het voorjaar op zijn eigen manier en eigen tijd. Dat maakt het uitzicht zo mooi: al die verschillende tinten voorzichtig groen met die bloeiende bomen als hoogtepunt. Naast de bomen in bloei zijn er ook forsythia's die een knalgeel accent geven. De levenslust springt eraf, van die bloemen.


Ik ben niet de enige in de trein. Met velen deel ik  een dagdeel deze coupĂ©. Er zit een klein meisje voor me dat nieuwsgierig naar me kijkt. Tussen de banken door gluurt ze naar me en ze maakt er een spelletje van, een soort poppenkast. Ze heeft een brede lach met van die gaten in haar gebit en twinkelende vrolijke ogen. Als ik haar op z'n Zwitsers met 'salut'  groet, groet ze me meteen terug. Niet veel later  heeft ze hele verhalen daar met haar koppie tussen de banken door. Ze praat Frans en ik moet alle zeilen bijzetten om haar te volgen en om uit mijn geheugen Franse woorden op te diepen. Wat heb ik een spijt dat ik Frans destijds heb laten vallen. Dat ik andere talen wel kan, vindt ze interessant. Maar dat ik Frans moeilijk vind, vindt ze wel gek.


Haar kleine zusje komt er even later ook bij en ineens bedenk ik met dat het met mensen net zo is als met bomen. Sommige mensen zitten uren naast je en zeggen niks. Ze lezen de krant, verschuilen zich achter hun laptop, maken geen contact. Anderen komen heel voorzichtig los en je wisselt een paar woorden. Maar er zijn ook bloesemboompjes: uitbundig en vol levenslust. Volwassenen houden zich in, gedragen zich keurig. De ouders van de twee meisjes zijn steeds alert: dar ze niemand lastig vallen. Natuurlijk is dat ook goed. Maar hun enthousiasme, vrijmoedigheid en spontaniteit zijn niet te stuiten. Ze zitten vol levenslust, vol nieuwsgierigheid, vol grapjes. Hun ogen stralen en hun hele gezicht lacht. Het is net als bij de bloeiende bomen. De levensvreugde spat eraf. Zij houden zich niet in, maar bloeien tot in alle hoekjes, tot in de uiterste puntjes.

Als ze na uren kwebbelen uitstappen, zwaaien ze vol overgave. Wat een levenslust en vertrouwen. Dat ze dat mogen houden op hun levensweg. Want naast al die statige nog kale bomen, zijn het de bloesembomen die voorop gaan. Het kleine beetje extra licht en extra warmte brengt hen al in vervoering. Wat wordt de wereld daar mooi van!