Reizen met de trein geeft een andere blik op de wereld. Want
met de trein rijd je vaak langs de achterkant van de dingen. Voor in de straat
zijn de huizen keurig in het gelid, alles netjes en bedoeld om een goede indruk
te maken. Maar aan de achterkant is er veel meer te zien: daar geven de mensen
zich bloot, tonen ze hun ware zelf.
Ik rijd een hele dag met de trein langs al die achtertuinen.
Ik kom langs romantische prieeltjes, achtertuinen die volledig als speelplaats
ingericht zijn of waar de vuilnis kniehoog ligt. Er zijn tuinen vol met
vetbollen voor de vogels, tuinen vol rondslingerende fietsen en speelgoed of
juist pijnlijk keurige waar ieder grassprietje in de juiste richting wijst en
waar elk herfstblad meteen wordt
opgeraapt.
Met balkons is het net zo: soms vol was of vuilniszakken,
soms vol prullaria en tierlantijnen of juist met grote plantenbakken en zelfs
bomen. Kattentrapjes leiden omhoog en de kerstverlichting hoeft alleen nog maar
in het stopcontact.
De trein raast ook langs volkstuintjes. Zelfs het kleinste
stukje grond naast de rails wordt zo nuttig gemaakt. Sommigen maken er een
degelijke groentetuin van: de boerenkool staat te wachten op de vorst en zijn
beurt om in een pan te verdwijnen.
Anderen maken er een romantisch prieeltje van met witte
stoeltjes en vol met beeldjes en vogelhuisjes. Ik zie zelfs een volkstuin
met een crucifix en Mariabeeld, omgeven
door groene buxushaagjes en met de laatste bloeiende dahlia’s.
Het bevalt mij: die veelkleurigheid, die verscheidenheid. Het
toont hoe verschillend mensen zijn en hoe ieder op haar of zijn eigen wijze
leeft en van zijn (volks)tuin een eigen thuis maakt.
Als je door een straat loopt, zie je de voordeur, de voorgevel.
Dat is vaak een façade, een masker en
vertelt maar weinig over de mensen die daar wonen. Aan de achterkant: daar zie
je wat mensen belangrijk vinden en hoe ze zijn. Daar zie je het ware leven.
Terwijl ik weer langs een heleboel achtertuinen rijd, realiseer
ik met dat we vaak over mensen oordelen n.a.v. de voorgevel en de voordeur. En
naar uiterlijk, baan en adres …. maar achter die façade van wat mensen willen
laten zien, gaat soms iets heel anders schuil. Vaak iets veel creatievers en
leukers dan je verwacht. Bij de voordeur zijn mensen doorsnee, maar bij de
achterdeur zijn ze veel unieker dan je denkt.
In mijn beroep kom ik bij veel mensen thuis. Als ik aanbel
weet ik niets van hen. Maar ze geven mij een blik achter die façade: op hun
talenten, hun hobby’s, hun geschiedenis, hun vreugden en verdriet. Vaak is dat
heel verrassend en veel kleurrijker dan je denkt. Het is goed om niet over
elkaar te oordelen voordat je weet wat en wie er werkelijk achter een voordeur
schuilgaat.
Mijn trein raast weer langs volkstuintjes. Een opa en kleinkind
zwaaien. De afrikaantjes in hun tuintje bloeien uitbundig.