woensdag 13 april 2016

Onzichtbaar maar aanwezig

Na de verwachte aankomsttijden en reclame voor uitjes met de trein verschijnt er ineens een zin die mijn aandacht trekt. Ik zit in de trein en het scherm met reizigersinformatie hangt precies in mijn blikveld. Er staat:

"Sta op voor iemand die moeilijk ter been is of als iemand daar om vraagt. Niet elke handicap is immers zichtbaar."

Dat laatste is bijzonder. Want wij oordelen onbewust meteen met onze ogen. Als iemand een been in het gips heeft, hebben we medelijden. Maar als iemand niet kan werken en je niets aan hem/haar ziet, dan denken wij al gauw: die wíl zeker niet werken!


In mijn werk als predikant kom ik vaak mensen tegen die worstelen met hun gezondheid maar die er prima uitzien. Stemmen in je hoofd, depressies, chronische pijn: het kan ontzettend bepalend zijn, maar tegelijkertijd voor een ander onzichtbaar. 

De buitenkant van een mens is heel belangrijk en daar doen we ook ons best voor: kledingwinkels, kappers, schoonheidspecialisten en zo nog veel meer anderen leven ervan. Het is natuurlijk prima om je best te doen voor de buitenkant. Het oog wil ook wat. En: wie mooie kleren draagt of net naar de kapper geweest is, voelt zich ook anders. Maar we moeten ons realiseren dat iemands uiterlijk niet alles zegt. Het is als met een winkel: niet alles staat in de etalage. 

Mensen lopen niet graag te koop met hun ellende of verdriet. Chronisch zieken willen niet steeds als patiënt behandeld worden. Op het eerste gezicht kun je mensen niet beoordelen. Daarvoor weet je dan te weinig van ze. 

Terwijl ik dit schrijf kijk ik uit het raampje en zie mensen op een station in- en uitstappen. Ik betrap me erop dat ik, terwijl ik aar ze kijk, oordeel. Het gaat automatisch, onbewust. En dat terwijl ik niet meer van deze mensen weet dan hoe ze er op dat ene moment uitzien. 


Ieder mens heeft zijn/haar eigen worsteling en pijn, vaak voor anderen verborgen. En ieder mens heeft ook haar/zijn eigen kracht en talent. Ook dit laatste is lang niet altijd zichtbaar. Sommigen laten dat wel makkelijker zien; anderen zijn daar te bescheiden of onzeker voor.

Onze dochter zoekt werk. Zij wordt voortdurend afgewezen. Laatst hoorden we bij een bedrijf toevallig hoe dat gaat: als je uit een bepaalde wijk komt, wordt je brief aan de kant gelegd. Het schrijnendste was, dat degene die dit vertelde, zelf in die wijk opgegroeid was. 

In de krant was laatst uitgebreid aandacht voor mensen die solliciteren, maar een buitenlandse naam hebben. Soms zijn ze hier geboren en getogen, soms maken ze al jaren deel uit van onze cultuur. Maar hun brief komt bij de stapel: afgewezen. Louter vanwege die naam. Terwijl iemand die zich met moeite onze taal en cultuur eigen gemaakt heeft, wel eens veel meer doorzettingsvermogen en inzet zou kunnen hebben, dan iemand die het zomaar cadeau gekregen heeft.

Door te oordelen op de buitenkant, doe je de ander tekort. Maar uiteindelijk ook jezelf. Want je mist ook de talenten van die ander. Ik houd mijn dochter voor dat zij het niet is, die stom is. Het zijn al die bedrijven die haar afwijzen, op het eerste gezicht. Ze weten niet half wat ze laten lopen.


Niet elke handicap is zichtbaar. Niet elk talent is zichtbaar. Laten we toch eens wat minder op het eerste gezicht oordelen. Want iedereen heeft haar eigen worsteling, maar ook haar eigen kracht!