vrijdag 6 april 2012

Tijdloze vreugde en verdriet

Al sinds ‘mensenheugenis’ krijg ik van mijn ouders een museumjaarkaart. Het is een ‘gouden’ cadeau, omdat het toegang geeft tot de meest uiteenlopende werelden. Musea zijn voor mij een soort oases – van schoonheid, van verwondering, van inspiratie. Een museum is voor mij bij uitstek een plek om nieuwe ervaringen op te doen, dingen te leren en nieuwe gedachten te krijgen. Er is zoveel moois te zien en interessants te leren op deze wereld. Ik denk wel eens dat ik aan zeven levens nog niet genoeg zou hebben. Gelukkig kan ik af en toe tijd nemen voor een inspiratiedag.

Vandaag ga ik naar een expositie over de Etrusken, een volk dat leefde van de negende tot de eerste eeuw voor Chr., in wat nu Toscane in Italië is. Het is een dubbeltentoonstelling waarbij in Amsterdam de mannen centraal staan, en in Leiden de vrouwen. Ik heb niet zoveel met macht en strijd en kies voor Leiden, waar ik als museumjaarkaarthouder een lezing aangeboden krijg. Het is interessant om te horen hoe een dergelijke expositie ontstaat en groeit. En de lezing bepaalt me er meteen bij dat alle voorwerpen die we gaan zien afkomstig zijn van de aristocratie, van de rijken en machtigen. Gouden en barnstenen sieraden, spiegels, parfumflesjes, zilveren servies: allemaal bezittingen van de ‘lucky few’. Het is onrechtvaardig dat de rijken herinnerd worden en de armen vergeten. Je beseft dat de rijken niet alleen meer aandacht kregen bij hun leven, maar óók na hun dood. Het is hetzelfde bij praalgraven van beroemdheden – terwijl de armen nooit een steen hebben gekregen en hun graf al lang geruimd is.

broche van filigrain, 5e eeuw voor Christus
In de vitrines liggen bijzondere sieraden: een ronde gouden broche met een robijn, een gouden fibula (speld) met een vogeltje, een armband van filigrain. Ik herken de vreugde om zulke mooie dingen; ik ben even ‘ijdel’ als de vrouw die deze sieraden gedragen heeft – en zo voel ik me met haar verbonden, dwars door vele eeuwen heen.

Bijzonder is dat in de Etruskische maatschappij mannen en vrouwen gelijkwaardig waren. Vrouwen waren voor die tijd uitzonderlijk onafhankelijk: zij konden hun eigen naam houden en doorgeven, hadden eigen bezit, eigen werk en veel vrijheid. Terwijl Griekse vrouwen thuis moesten blijven en niet aan het openbare leven deel mochten nemen, was dat bij de Etrusken anders. Zo zien we een mooi beeld van een echtpaar in gelijkwaardige positie met elkaar aan tafel. Griekse geschiedschrijvers vonden dat maar vreemd en schreven vol kritiek over verwilderde zeden en losbandigheid. Maar hier zie je geen bandeloze schaamteloze vrouw van lichte zeden, maar een respectvolle en liefdevolle relatie. Dan besef je dat we vaak verkeerd oordelen, omdat we gevangen zijn in onze eigen gewoonten en onze eigen beperkte horizon.

Etruskisch beeldje, 3e-2e eeuw voor Chr

In een vitrine staat een beeldje van een zogende moeder. Ook dit verbindt mij met deze Etruskische vrouwen. Ernaast staat een as-kistje van een kind. Op de zijkant zijn mensen afgebeeld. Het blijkt het afscheid van het kind voor de deur van het hiernamaals uit te beelden. De moeder of vader legt een hand op het hoofdje van het kind. Het ontroert me: dit gebaar van liefde en van zegening ... in het aangezicht van de dood. Het gaat mij door merg en been – als moeder. Uit de verhalen van mijn oma, van gemeenteleden, en uit boeken die ik heb gelezen, kan ik mij voorstellen hoe vreselijk ingrijpend en moeilijk dat is, om je kind te verliezen. Dat was voor die Etruskische moeder van toen niet anders dan voor een moeder van nu.

Deze heel oude voorwerpen uit lang vervlogen tijden, vertolken de basis-emoties van mensen van alle plaatsen en tijden: de vreugde om schoonheid, de liefde tussen mensen en het verdriet om het verlies van een kind. De Etrusken van toen en ik: het is een wereld van verschil, en tegelijkertijd verschillen we in die essentiële menselijke dingen nauwelijks van elkaar. Als we die geschiedenisles nu eens op deze tijd zouden toepassen en in alle onbekenden (met burka, hoofdoek, dreadlocks of wat dan ook) een moeder en vrouw als wijzelf zouden zien?