donderdag 28 juni 2012

Ongezien werk


Als ik op de bus sta te wachten, komt er een bestelbusje voorgereden van een gevelreinigingsbedrijf. Er wordt een ladder tegen het bushokje aangezet, een slang uitgerold en het dak van het bushokje wordt met een hogedrukspuit schoongemaakt. Alles wat er voor nodig is, komt uit het busje.
Mijn bus is laat, maar ik ben nieuwsgierig en kijk mijn ogen uit. Ik maak een praatje en begrijp dat er 600 liter water in het busje zit. Het verbaast mij altijd dat er zoveel dingen zijn waar je niets van weet. Deze man doet dit werk en ik wist niet eens dat het gedaan werd.

Het is vreemd dat veel werk gedaan wordt zonder dat jij je dat ook maar realiseert. Veel gebeurt achter de schermen, ongezien en vaak ook ondergewaardeerd. Het is het soort werk dat je niet opmerkt als het gedaan wordt, maar pas als het niet gedaan wordt. Zo is het met het werk van schoonmakers, vrachtwagenchauffeurs en huisvrouwen (of huismannen!).

Niet alleen het werk “in de schijnwerpers”, maar ook dit “ongeziene” werk is nodig. Het is als het ware de basis van al het andere. Zonder chauffeurs geen supermarkt-bedrijfsleider, zonder schoonmakers geen advocatenkantoor. Vroeger waren het vooral vrouwen die het ‘ongeziene’ werk deden. Nu zijn het nog vaak vrouwen, maar veelal van oorsprong buitenlandse.

Ik bedenk hoe ik al meerdere keren een poos op mijn zoon zat te wachten op zijn school. Hij had examens en ik deed ondertussen mijn werk bij de receptie aan een tafeltje. Het gaf een bijzonder gevoel: het was alsof ik op kantoor werkte – een ongewone ervaring voor iemand die altijd thuis werkt. Werk en privé lopen dan door elkaar en dat heeft positieve kanten, maar ook nadelen. Daar zat ik dan met mijn laptop, zonder afleiding en andere taken, en werkte.

foto gevonden op www.veilligeopvang.nl

Aan het eind van elke middag kwamen dan de schoonmaaksters. Twee van hen hadden pauze in de hal bij hun schoonmaakkast. We kwamen aan de praat. Zij waren Turks en werkten hier iedere dag. Ze vroegen naar mijn werk, ik naar het hunne. Ze waren moe en het werk was niet om vrolijk van te worden. Ze vroegen waarom ik daar zat, en ik vertelde over mijn zoon. Ook zij hadden kinderen en toen ze daarover vertelden gingen hun ogen stralen.

Tegen de tijd dat mijn zoon klaar was, zat de hele hal vol schoonmaaksters die hun werk erop hadden zitten. De vrouwen die ik gesproken had, bewonderden mijn grote zoon. Ik vertelde hem wie al deze vrouwen waren en zo werd al dat ongeziene en ongewaardeerde werk ineens zichtbaar.

Toen besefte ik hoe bevoorrecht ik ben dat ik werk doe waar ik niet alleen moe, maar vaak ook vrolijk van word. En ik besefte dat het belangrijk is om werk dat ongezien is, te zíen en de waardering daarover uit te spreken. Dat is iets dat we veel te weinig doen.

Inmiddels is het bushokje helder schoon en mijn bus arriveert. En ook hier weer: dankzij deze vrouw die haar werk doet, kan ik het mijne doen en ben ik onderweg naar Arnhem.