donderdag 13 december 2012

Het estafettestokje van de levenskracht


Soms moet je een beetje geluk hebben. Vandaag zat het geluk daarin, dat mijn dochter haar gymspullen vergeten was. Ze sms’te me dat en ik vroeg haar of ze zelf geen oplossing wist, maar die was er niet. Dus wist ik een oplossing: ik ging haar de sportkleren brengen. Ik zag het toen nog niet als een geluk, maar als een onverwachtse en dus wat lastige inbreuk op mijn drukke programma. Mijn hele middagprogramma komt nu in de war. Als ik opschiet, ben ik met een kleine drie kwartier terug.

Zo rijd ik ineens naar Ermelo. De hemel is strakblauw. De hele morgen zat ik achter mijn pc. Ik zag wel dat het mooi weer was, maar besefte niet dat het zo’n prachtige dag is. Ik bedenk me, dat er naast mijn dochters school een prachtig natuurgebied is. Nadat ik iemand erg blij gemaakt heb met een tas vol sportkleding, wandel ik dus het bos in. Op de grond ligt op sommige plekken sneeuw, op andere plekken zijn de gevallen bladeren warm oranje in de zon. Dikke druppels smeltwater hangen aan de takken.

druppels smeltwater aan de takken

De druppels doen me denken aan het bijzondere verhaal van Godfried Bomans: ‘De rijke bramenplukker’. Deze man woont in het bos en vertelt aan een bezoeker dat hij heel rijk is, omdat het bos vol diamanten hangt. Wanneer dan alle inwoners van de naburige stad komen om al die diamanten te halen, blijken het maar dauwdruppels te zijn en wordt de bramenplukker vanwege zijn bedrog omgebracht. In onze tijd zien we de rijkdom ook vooral in financiële dingen, in apparaten en luxegoederen. Juist in deze cadeaumaand lijkt de grootste rijkdom in dure cadeaus te zitten. Maar na ons Sinterklaasvieren besef ik juist dat de rijkdom zit in de vriendschap en in de creativiteit. De kleine, op het eerste gezicht onbeduidende dingen, zijn de diamanten in het leven.

Vanuit het bos loop ik de hei op. Berkjes, mijn lievelingsbomen, staan helder wit tegen de grijsbruine heidestruiken en de mooie lucht.  Midden op de hei liggen kleine heuveltjes. Ik vind een informatiebordje met uitleg: het zijn grafheuvels van ongeveer 4000 jaar geleden. Zo ineens krijgt deze heide een heel andere dimensie: het is een plek met een onvoorstelbaar lange geschiedenis. Zo lang geleden woonden hier mensen. Waar zouden zij aan gedacht hebben bij het zien van de druppels smeltwater aan de takken? Het is een vreemd idee dat we maar zo weinig meer van hen weten. Hun gedachten, gevoelens, hun persoonlijkheid en karakter, het is allemaal weggezonken in het verre verleden.


grafheuvels op de Ermelose hei

Bij een grafheuvel sta ik stil en haal diep adem. Ik leef. Maar over enige tijd zal ik er ook niet meer zijn. De laatste zondag in november herdachten we in onze kerk de overledenen. Zoveel namen en gezichten, zoveel verhalen en herinneringen, zoveel mensen die in onze harten en gedachten nog zo aanwezig zijn, maar die gestorven zijn en begraven. Het blijft iets onvoorstelbaars, dat een mens er op een gegeven moment niet meer is. Ieder mens weet dat de dood zal komen, en toch, als het zover is of als je er echt over nadenkt, is het onvoorstelbaar. Want een mens wil leven. Dat is een enorme kracht, een sterke kracht: de wil om te leven.

Daar op de hei zijn ze ineens in mijn gedachten: het familielid dat kortgeleden gestorven is, en bij wie ik de laatste weken waakte. Maar ik denk ook aan een familielid dat te horen gekregen heeft dat zijn ziekte onbehandelbaar is en zijn tijd van leven zeer beperkt. Ik denk aan hem en zijn jonge gezin, en aan de worsteling om te leven met dat onvoorstelbare: dat hij er straks niet meer zal zijn. Het is een vreemde spagaat: aan de ene kant hoort de dood bij het leven, en aan de andere kant blijft het iets dat helemaal níet bij het leven hoort, omdat het het leven en geluk kapot maakt.


Als ik verder loop is er nog een gedachte in mij: de hoop dat er over honderd jaar ánderen bij deze heuveltjes stil zullen staan en naar de druppels smeltwater kijken. De hoop dat wij zó met onze wereld omgaan, dat alle échte rijkdom van onze wereld bewaard blijft voor de mensen die na ons komen, en die de levenskracht en de wil tot leven van ons overnemen. Net als een estafettestokje mogen we dat aan elkaar doorgeven: de schoonheid, de liefde, de vriendschap en al die andere dingen die onze levenskracht voeden. Zolang ik leef, heb ik nog veel te doen.