donderdag 19 december 2013

Chocolade: zoet of bitter

Chocolade is iets verleidelijks: chocoladeletters, kerstbonbons, chocoladedesserts en warme chocolademelk. Chocola was ooit een luxe lekkernij, alleen voor de hoogste kringen. De cacaobonen werden uit Zuid-Amerika geïmporteerd. Daar was chocolade al bekend bij de Atzeken, die het combineerden met chilipepers.

Inmiddels is chocola heel gewoon. Je hebt chocolademuesli en chocoladevla, chocola zit in ijs en taart. Bij ons thuis is chocolade favoriet. Hagelslag en pasta zijn niet aan te slepen. Toen er bij onze kerk een chocoladeworkshop werd aangeboden, was de belangstelling groot. We zaten met een hele groep achter placemats met allerlei flesjes en potjes. We kregen marsepein en geconfijte vruchten en dat mocht allemaal in de gesmolten chocolade worden gedoopt en versierd.


Tussendoor kregen we informatie over hoe chocola wordt gemaakt. We zagen filmpjes over cacaoplantages in Afrika: een man vertelde hoe hij bij arme ouders kinderen ronselde. Zij hebben niet genoeg te eten voor al hun kinderen, dus ze geven hun kind graag mee als je hen belooft dat het ergens terecht komt waar het goed te eten krijgt. Voor een krats werd een kind dan ‘gekocht’ en later voor veel geld doorverkocht aan een cacaoplantage in het buurland. De kinderen moeten daar lange dagen maken en krijgen nauwelijks te eten. Alleen op deze manier kan de cacaoboer overleven. Want de cacaoprijs is zo laag, dat hij anders niet van zijn bomen kan leven.


Jonge kinderen die slaven worden: je verwacht dat dat iets is van vroeger. Maar dit is nú. We zijn er helemaal stil van. Zo gaat dat dus: om te zorgen dat wij goedkope chocolade kunnen eten, worden kinderen verkocht en als slaven gebruikt. En hoe hard ze ook werken, er is geen geld om naar school te gaan en om zo hun situatie te verbeteren.

Ik ben een moeder. Ik wil het beste voor mijn kinderen. Die Afrikaanse moeders zijn machteloos in hun armoede en ze vertrouwen de man die hun kinderen een goede toekomst belooft. En zo worden kinderen slaven. Wat komt er van zulke kinderen terecht, uitgebuit in een vreemd land?

Chocolade is niet zoet. Zij is bitter, heel bitter. Dit onrecht gebeurt ver van ons bed en aan de ene kant kunnen we er niets aan doen. Aan de andere kant zijn we mede verantwoordelijk: wij kopen immers die chocola,  geoogst door kleine slaven met kinderhanden. Wij denken dat het zoet is, die chocola, maar zij is erg bitter.


Er is ook slaaf-vrije chocolade, van eerlijke handel. Boeren krijgen een eerlijke prijs en kunnen hun eigen levensomstandigheden verbeteren. Kinderen werken niet, maar gaan naar school. Zo blijven die boeren niet in de vicieuze cirkel van armoede, maar kunnen ze een goed leven opbouwen. Chocola met het fairtrade logo is dubbel zoet: zoet voor ons en óók voor hen.

Adrinka symbolen uit Ghana;
traditionele symbolen, elk met een eigen symboliek:
v.l.n.r:
leren van het verleden, samenwerking en teamwork, vrede en harmonie

Divine is dan ook geen gekke naam: een hemelse smaak voor ons, maar ook het verschil tussen hel en hemel voor de boeren. Op de verpakking staan mooie figuurtjes: traditionele West-Afrikaanse symbolen, allemaal met hun eigen betekenis. Op mijn repen staan de symbolen voor ‘leren van het verleden’, van ‘samenwerking en teamwork’ en van ‘vrede en harmonie’. Daar in Afrika weten ze waar het in het leven om gaat. Laten wij van ze leren: leren van ons verleden en samen mét hen werken aan een betere wereld.



Divine chocolade is in allerlei verschillende smaken te koop bij wereldwinkels. Ook in supermarkten is fairtrade chocolade te koop: let daarbij op de keurmerken.