donderdag 28 maart 2013

Zaaizaad


Bij het opruimen van de meterkast kom ik mijn bak met zaad tegen. Afgelopen herfst heb ik het verzameld van de uitgebloeide teunisbloemen, goudsbloemen en stokrozen. In Zwitserland kreeg ik een handvol bijzonder roze bonen die afgelopen zomer prachtig rood bloeiden in onze tuin. Ik heb de peulen weer leeggehaald en zo kan ik ze komend jaar wéér zaaien.

Wat zijn de zaadjes verschillend: van vorm, kleur en grootte. Sommige zijn zo klein dat je ze voor zandkorrels aan zou zien. Het is niet te geloven dat daar kiemkracht in zit en dat daaruit een plant kan groeien. Sommige planten hebben een bijzondere manier om zich uit te zaaien: de paardenbloem laat zijn zaad vliegen en de balsemien schiet het ver weg.


Inmiddels is het voorjaar begonnen. Het wordt tijd om te gaan zaaien. Dan moet er gespit worden, de grond moet losgewoeld en dan moet het zaad de grond in. Wat gezaaid is, heeft goede zorgen nodig. Er moet gewied worden, zodat het onkruid het zaad niet overwoekert. Soms moet je gieten, zodat het zaad voldoende water krijgt. Je moet de vogels op een afstand houden en je moet geduld hebben. Het zaad is kwetsbaar. Er zijn vele gevaren die het bedreigen. Niet alle zaad zal opkomen. Maar in de natuur wordt zo uitbundig en overvloedig gezaaid dat er genoeg kansen blijven. En zaad is niet alleen kwetsbaar, maar óók sterk: elk zaadje is een wonder vol levenskracht.

Zaaien in je tuin gaat niet vanzelf. Het vraagt inzet en aandacht, geduld en vertrouwen. Terwijl ik naar die zaadjes kijk, bedenk ik dat een mens in haar of zijn leven ook moet zaaien. Er zijn perioden in je leven waarin je je  ergens voor in moet zetten, je best voor moet doen en hard voor moet werken. Als je een nieuwe baan krijgt, als je een baby verwacht, als je een nieuwe relatie begint, als je met een handicap verder moet, als je je partner verliest of als je een nieuwe baan of taak moet zoeken.



Soms zaai je uit vrije wil, maar vaak uit pure noodzaak, omdat het leven verder gaat. Want zonder zaaien is er geen toekomst. Daarom zaaien we in ons leven; vol onzekerheid, vol zorgen, maar ook vol hoop en verlangen. Soms moeten we heel veel geduld hebben. Soms lijkt het erop dat het zaad nooit kiemen zal. Soms blijft het heel lang koud en laat de zon zich maar weinig zien. Aan sommige dingen kunnen we iets doen, maar soms kunnen we alleen maar wachten en hopen.

In het donker, in het verborgene, kiemt het zaad. Het licht en de warmte van de zon trekken de kiemen naar boven. Zo groeit het zaad het licht tegemoet. De kiemkracht van het zaad en de levenskracht van de zon maken samen het wonder mogelijk.

Wat wij in ons leven zaaien zit ook vol kiemkracht. De grote levenskracht in onze levens noemen we ook wel God.  Zo kunnen we in onze levens vol inzet en aandacht, vol liefde en geduld zaaien, vertrouwend op de grote Levenskracht die het zaad in ons leven laat kiemen.



Straks zaai ik akelei, leeuwenbekjes en papaver, boontjes en radijsjes in mijn tuin. En daarnaast mag ik zaaien in mijn leven. We doen dat in onzekerheid en zorg maar ook vol hoop en verlangen. Want ook in mijn leven kan dat wonder gebeuren: dat het zaad opstaat in bloemen die hun hart keren naar de zon, dat er een nieuw begin mogelijk is en dat er straks vruchten groeien!

Eerder gepubliceerd in: 'In gesprek', blad van de Protestantse Vrouwen Organisatie