donderdag 25 april 2013

Godsgroen


Groen is de kleur van groei. In  de koude wintermaanden waarin alles doods en grauw is, verlangt alles en iedereen naar dit nieuwe groen. De knoppen van de bomen barsten open. Sommige bomen beginnen vanuit die koude winter zelfs met uitbundige bloesems. Andere bomen krijgen een zachte waas van lichtgroen. Het is een bijzondere kleur groen. Kolet Janssen heeft er in haar boek  met kindergebeden, ‘Hoor je wat ik zeg’, een gebed aan gewijd: (fragmenten hieruit)

Ik zoek een woord voor het nieuwe groen
Zo mooi groen, dat ik er een woord voor zoek.

Pril groen, zegt mama. Het belooft nog meer.
Frisgroen, zegt papa. Het nieuwe straalt er af.
Lentegroen, zegt mijn zus. Die maakt zich er snel van af.
Gewoon lichtgroen, zegt mijn broer. Dat zie je toch?
Maar ik zoek meer. Kriebelgroen. Aaigroen.
Blijgroen kan ook. Of godsgroen?

Want dit is vast jouw lievelingskleur, God.
Toen jij de wereld maakte
had alles deze kleur.

In onze vijver liggen dikke klonten kikkerdril. Met de dag zien we de zwarte puntjes uitgroeien tot kleine diertjes. Het is een fascinerend groeiproces wat ons ieder jaar weer boeit: de kikkers, ondanks de kou en het ijs weer tot leven gekomen en de vijver die dan weer vol met kleine kikkervisjes zit.

kikkerdril, foto: Auke-Florian Hiemstra

Bij mensen gaat groei een stuk langzamer. Maar die kleine babies van mij, die de geur hadden van honing en jonge melk, zijn haast ongemerkt uitgegroeid tot sterke, grote mensen.

Ze moesten inderdaad gaan, ik had het gezien
aan hun gezichten die langzaam veranderden
van die van kinderen in die van vrienden,
van die van vroeger in die van nu.

(uit een gedicht van Rutger Kopland)

Onze kinderen groeien in kracht en ervaring, in wijsheid en liefde. Die groei heeft alle kleuren en is niet beperkt tot een bepaald jaargetijde of een bepaalde levensfase. Want niet alleen kinderen en jonge mensen groeien: groeien mag je levenslang.

Leven is groeien. Alles wat leeft, verandert. Soms doet groeien pijn. Soms groei je tegen de klippen op of dwars door verdriet heen. Soms groei je fysiek, soms innerlijk. Wie fouten maakt en daar van leert, wie zich door het leven laat kleuren en vormen, groeit. Wie open staat voor nieuwe dingen, wie niet bang is voor verandering, groeit. Wie liefheeft en wie zich geeft, groeit.


Elk jaar opnieuw komt het nieuwe lentegroen en komt het kikkerdril. Elke dag is er iets nieuws te ontdekken in onze tuin. Zo mogen wij mensen ook elke dag groeien: in begrip en compassie, in wijsheid en liefde.