Zingen is voor mij iets wezenlijks, bijna net zoals ademhalen. Dit twee gaan hand in hand, en zo zing ik op de fiets, bij de kerstboom, bij het kampvuur en tijdens de afwas. Zingen is een dubbele kracht: enerzijds die van het woord, van de poëzie en anderszijds die van de melodie, van de muziek. ‘Zingen is dubbel bidden’, zei kerkvader Augustinus al. Het is dus geen wonder dat we heel wat af zingen in de kerk.
Sommige liederen zijn al eeuwen oud en werden al door mijn voorouders gezongen. Andere liederen zijn van dichters van mijn generatie en van sommige is de inkt nog maar net gedroogd. Zo gaat het lied van het geloof de eeuwen door en vernieuwt voortdurend. Daarom krijgen we na 40 jaar een nieuw liedboek. Want de wereld is veranderd en onze taal en ons geloven. De mensen zingen steeds in hun eigen taal en in hun eigen situatie het aloude verhaal verder. Ilona Fritz, de voorzitter van de interkerkelijke Stichting voor het kerklied formuleerde het zo:
Verbonden met het verleden
en staande in het heden gaan we de toekomst tegemoet.
en staande in het heden gaan we de toekomst tegemoet.
Er wordt een gedicht gelezen: Gevlekte pracht van Gerard Manley Hopkins. Hierin wordt de veelzijdigheid van onze wereld bezongen: de variëteit, de grote verscheidenheid:
Glorie zij God voor bontigheid.
Hij vadert voort boven verandering:
Hij zij geloofd.
’s Middags zwermen we uit over het stadje, met heerlijke lunchpakketten. Iedereen loopt met de broodtasjes en met het liedbundeltje. Mensen verwonderen zich: dat je volslagen vreemden voor elkaar kunt zijn en je toch zo sterk een verbondenheid met elkaar voelt. In heel Monnickendam zijn er kerken, café’s, garages en andere ruimten waar we welkom zijn om samen aan het nieuwe liedboek te proeven. In een yoga-centrum zingen we in combinatie met yoga oefeningen, in de bovenzaal van een café zingen we psalmen op de wijze van de kloosters, en in een garage dansen we in een kring bij liederen van Taizé. Dat laatste raakt mij diep: die dubbel sterke kracht van het zingen wordt nog eens versterkt door de beweging. Ik zing niet alleen met mijn mond en mijn longen, maar met mijn hele lijf en met al mijn gevoel.
Bij het afscheid, rond de oude haven, worden de liedboeken geladen in auto’s en boten en trekken de wereld in. We zingen daarover met lied 822 van het nieuwe liedboek. Een prachtig lied van Jan Marten de Vries, waar ik meteen van ga houden.
Net als de liedboeken trekken ook wij verder. In de bus, bladeren we door het nieuwe liedboek. Langzaam moeten we er vertrouwd mee worden. Zachtjes zingen we wat we herkennen. Andere liederen wachten erop om ontdekt te worden: we krijgen het nog druk. Zo gaan we zingend de toekomst tegemoet!