vrijdag 28 juni 2013

Groot is de wereld ....

Een nichtje van ons is moeder geworden. Inmiddels is het kleine meisje al weer een half jaar. We zijn op bezoek en ik mag haar vasthouden. Een tijdje zit ze mooi, maar dan komt er een grote onrust over haar. Ze plant haar kleine voetjes op mijn schoot en ze gaat staan. Je voelt hoe het een krachtsinspanning is en hoe ze af en toe inzakt, maar dan met grote wil weer kracht zet. Haar kleine voetjes staan aan het begin van een lange levensreis.

Onze voeten dragen ons het leven door. We staan, we lopen, we rennen – we gebruiken onze voeten de hele dag. Toen ik eens aan een van mijn voeten geopereerd was, merkte ik pas hoe slecht ik ze kon missen. De meest gewone dingen werden ineens een ingewikkelde opgave.

Nu hebben ónze voeten nog geluk: ze zitten vaak in comfortabel schoeisel en ze krijgen genoeg rust. Hoe anders was dat in de geschiedenis en hoe anders is het nog voor veel mensen overal op de wereld. Met onze kinderen liep ik eens een blote-voeten-pad. Het is een bijzondere sensatie om met je voeten te voelen en bewust te ervaren waar je loopt: kleine steentjes die aan je voeten prikken, zacht warm zand of leem dat zich nat en zacht naar je voeten voegt. Soms lijkt ons leven op een pad vol scherpe stenen en valt het je voeten zwaar om je te dragen. Soms lijkt ons leven op drijfzand en kun je niet stevig staan. Soms loop je door je leven als door een zacht gazon.

Je voeten brengen je stap voor stap verder op je levensweg. Soms grote blijde stappen, soms kleine bange. Soms valt de weg je lang, soms is er zoveel te zien en te beleven dat het vanzelf lijkt te gaan.

labyrinth in de Lebuïnus in Deventer

Ik kom graag in de Lebuïnus kerk in Deventer – mijn dochter woont er vlakbij. Als ik bij haar ben ga ik er steevast een poosje naar binnen: de kerk is elke dag open. Terwijl ik door de kerk liep om een kaars aan te gaan steken, stuitte ik op een labyrint. Het was door een groep mensen gelegde op de oude stenen vloer. Twee koorden vormden samen een pad, rond en rond, tot in het midden waar een kaars stond te branden.

Daar onder die hoge gewelven betrad ik het pad: in grote cirkels naar het midden of juist weer er van af. Een labyrint is als het leven zelf: je cirkelt om het geheim en er is geen snelle rechte weg. Omwegen zien we tegenwoordig als tijdsverspilling of als kapitaalvernietiging. Maar juist de omwegen geven ons vaak een nieuwe invalshoek en een nieuwe horizon. Uiteindelijk eindig ik in het midden bij de brandende kaars. Het is een mooi symbool van ons op weg zijn naar het licht. Onze levensweg mag een weg zijn naar het licht. En zelfs de omwegen brengen ons uiteindelijk bij ons doel. Stapje voor stapje.

mandala bij psalm 139: op weg naar het licht

De weg van het labyrint is duidelijk. Maar zo makkelijk hebben onze voeten het niet altijd. Soms moeten ze zoeken. Soms moet je juist buiten de gebaande paden gaan, je eigen weg zoeken. Een Chinees gezegde zegt:

Als er geen weg is tussen twee dorpen
en duizend mensen gaan van het ene naar het andere dorp
dan is er een weg

Een lied van Huub Oosterhuis zingt het zo:

Groot is de wereld
en lang duurt de tijd
maar klein zijn de voeten
die gaan waar geen wegen gaan
overal heen.

Dat onze voeten maar moedig op weg gaan, stapje voor stapje, op weg naar het licht!



Dit weblog verscheen eerder als column in 'In Gesprek', maandblad van de PVO.