Het gesteente op Iona is miljarden jaren oud. En dan is er nog de geschiedenis van duizenden jaren: de komst van Columba, de oude begraafplaats, de Saint Oran’s kapel en de ruïne van het nonnenklooster. De abdij waar wij logeren, gebouwd rond 1200, staat op een plek waar eerder al een oudere kerk stond.
“Rèilig Odhrain”, Oran’s begraafplaats |
Op onze pelgrimage over het eiland voelen we ons in die lange geschiedenis klein worden. Wij krijgen weer de mensenmaat die bij ons past, en niet de hoogmoedige heersersgeest die ons vaak in zijn greep houdt.
We eindigen onze pelgrimstocht in de Saint Oran’s kapel uit de twaalfde eeuw en daarmee het oudste gebouw van het eiland. Het staat midden op “Rèilig Odhrain”, oftewel Oran’s begraafplaats. Deze kerk is als kapel voor begrafenissen gebouwd.
Oran's chapel |
Aly Newell, onze begeleidster op de pelgrimage, vraagt ons een naam te noemen van een geliefde die gestorven is en die veel voor ons betekent. Er klinken allerlei namen in de oude kapel: van een grootvader, een moeder, een neef, een zoon, een vriendin ...
Iedere naam heeft eigen herinneringen en een eigen verhaal. Al deze mensen zijn van betekenis geweest en gebleven, spelen een rol in onze levens.
Zo wordt een mens op Iona ook weer groot. Want ook wíj mogen iets betekenen voor de mensen en de wereld om ons heen. Zo mogen we in dat ene kleine potloodstreepje liefde doorgeven, verantwoordelijk zijn voor elkaar en onze aarde. Daar kan een klein mens groot in zijn!