Zomer, herfst en winter zie je niets van die bloembollen. Maar als alles nog kaal en doods is, in het heel vroege voorjaar, barsten de groene sprieten uit de grond en komen de blauwe, gele en paarse kleuren te voorschijn. Hoe kan er uit zo’n bruine bol toch zoiets kleurigs en moois groeien?
Een van mijn lievelingsboeken is: ‘De geheime tuin’ van Frances H Burnett. Het vertelt over een Engels meisje, Mary, dat opgegroeid is in India, maar na de dood van haar ouders terug verhuist naar Engeland en bij haar oom op een Engels kasteel terecht komt. Ze vindt het er vreselijk, koud, eenzaam en ellendig. Maar een ‘geheime’ tuin en alle wonderen die ze daar vindt, brengt grote veranderingen in haar leven. Ze ontdekt de wonderlijke levenskracht die dode dingen tot leven kan wekken, die groene sprieten uit de grond trekt en die alles verandert.
Mary houdt aan het eind van het boek een soort preek over die toverkracht:
Toverkracht duwt en trekt en maakt allerlei dingen uit het niets. Alles is door toverkracht ontstaan, bladeren en bomen, bloemen en vogels, dassen en vossen, eekhoorns en mensen. En de toverkracht in deze tuin heeft mij laten opstaan en me laten weten dat ik zal blijven leven. Nu ga ik iedere morgen en iedere avond en zo vaak ik er overdag maar aan denk zeggen: ‘Ik heb toverkracht in me’. De zon schijnt – de zon schijnt. Dat is de toverkracht. De bloemen groeien, de wortels werken in de aarde. Dat is de toverkracht. De kracht is in mij – in mij. Zij is in ons allemaal.
In onze tuin is deze toverkracht bezig. Bij onze achterdeur staan de sneeuwklokjes, narcissen en krokusjes volop in bloei. Ik geniet van deze tijd. Het is voor mij teken van een nieuw begin. Een facebookvriend postte een tekst die mij raakte:
Belofte
bol in de aarde
wachtend.
belofte van een nieuw begin
aarzelend reikend naar het licht
half verborgen, nietig, kwetsbaar
nog beschut door sneeuw en blad
door de winterzon gelokt
het prille groen
groeiend in die warmte
steeds dat mysterie, jaar na jaar
van groeien, bloeien, sterven
eeuwige cyclus in het bestaan
zonder sterven geen leven
het nieuwe komt dankzij
maar ook ondanks, het oude
ik koester het oude in mij
verlangend naar het nieuwe