donderdag 31 juli 2014

Help, we zijn de krant vergeten!

De laatste week dat wij in Voorthuizen wonen is een week van ‘laatste keren’. Het is een gek idee dat al die bekende gezichten en plaatsen straks niet meer bij ons dagelijks leven horen.

Een van de dingen die de afgelopen jaren onze dagelijkse routine bepaalden, was de krant. Elke middag werden er hele pakketten kranten voor onze deur gelegd. Onze kinderen zijn de officiële krantenbezorgers, maar als ouders helpen we mee. Zoals zij trouwens op vele manieren bijdragen aan ons werk. Ons predikantschap is soms een beetje een familiebedrijf.

Elke middag liggen er die kranten: bij regen, sneeuw of hittegolf. Of je er zin in had, of je het druk had, of er bezoek was: de krant moest bezorgd. Soms was er een storing en zat je maar te wachten. Of je moest een oplossing bedenken voor een fout in de aanlevering van de krant.

Soms stond er heel ellendig nieuws in de krant, zoals afgelopen weken rond de vliegtuigramp. Onze zoon zei wel eens dat hij dat moeilijk vond dat rond te brengen. Natuurlijk is het anders dan vroeger: toen was de krant vaak de enige en eerste bron van informatie bij het nieuws. Nu weten mensen al veel via internet, radio of TV. Toch is het confronterend, de foto’s van alle overleden Amsterdammers op het Parool .. en besef je als krantenbezorger wat voor nieuws je rondbrengt.

Vaak bracht ik de kranten bij de winkels en combineerde dat met boodschappen doen. Soms moest ik de hele wijk doen, als alle anderen verhinderd waren. Wat moest ik dan soms zoeken, zeker wanneer het ’s avonds vroeg donker was. Ik herinner me middagen dat ik in de stromende regen en bij donker met een bril op waar ik door alle regen en condens nauwelijks meer door kon zien op zoek was naar huisnummers en brievenbussen. Tip voor ieder die dit leest: zorg dat je huisnummer goed groot zichtbaar is, ook bij donker. Daar doe je de krantenbezorger (en de postbode) een groot plezier mee.


Als je zelf krantenbezorger bent, besef je dat het niet vanzelf gaat, die krant elke dag bij je in de bus. Bij de ochtendkrant waar we zelf een abonnement op hebben, zien we nooit een bezorger: ze komt voordat wij opstaan. Als abonnee heb je geen weet van haar worstelen met zware fietstassen, het gedoe om de kranten droog te houden bij wolkbreuken, het harde fietsen omdat je een lekke band had en eerst nog naar huis moest lopen en je nu bijna te laat bent.

Dat wij als predikant kranten bezorgden, wekte eerste soms bevreemding. “U bent toch predikant?” vroeg iemand wel eens. “Nu even niet”, was dan mijn antwoord. Als Siebe op zijn ronde met de kranten een jeugdige krantenbezorger tegenkwam, riep hij enthousiast: ‘Hallo, collega!”, wat wel wat verbaasde reacties opleverde. Maar ik denk dat afwisseling goed is: naast werk met je hoofd ook werk met je handen en voeten. Naast werk in de schijnwerpers ook werk achter de schermen.

Zaterdag lag er voor het laatst een pak kranten op de stoep. Nu hebben we af en toe het gevoel dat we iets vergeten, of denken we onbewust: dat doe ik nu even - voor de krant komt- en dan ineens beseffen we dat we niet meer hoeven. Dat is ook weer fijn, om  ’s middags niet op tijd te staan.

Nu hebben we nog afwisseling genoeg: schoonmaken, verven, dozen uitpakken, gordijnen naaien en schilderijen ophangen. We zullen zien wat we daarna in onze nieuwe woonplaats voor nieuwe carrière zullen maken. Naast een nieuwe baan als predikant is er misschien ook daar andere werk voor ons te doen. Want afwisseling houdt je veelzijdig en met beide benen op de grond.