donderdag 24 juli 2014

Zeven maal over de zeeën te gaan

Onze zoon loopt als gids voor ons uit. Hij studeert in Leiden en regelmatig neemt hij ons op sleeptouw naar een van zijn nieuwe ontdekkingen. Vandaag is het begraafplaats Groenesteeg. Enthousiast vertelt hij wetenswaardigheden over deze historische plek. Tussen de oude graven staan honderden krokusjes. Oude begraafplaatsen ademen rust en vrede. Om wie hier begraven ligt, rouwt niemand meer. Sommigen leven nog verder in wat zij hebben gedaan of opgericht. Verder geldt dat zij rusten in vrede.  De dood is deel van het leven en op deze plek heb je daar vrede mee.

Oude begraafplaats Groenesteeg in Leiden
 in het voorjaar

Toch hebben hier destijds, toen deze mensen begraven werden, tranen gevloeid. De dood roept altijd emotie op. Het bepaalt ons bij onze eigen eindigheid, het bepaalt je erbij dat dingen voorgoed voorbij gaan en niet meer terugkomen. De dood van een geliefde brengt gemis en verdriet met zich mee. En sommige begrafenissen zijn ten hemel schreiend omdat de dood veel te vroeg kwam: een jong kind of een jonge moeder. Dan kun je geen vrede hebben met de dood. Dan is de dood  een verschrikkelijke vijand.  De dood hoort bij het leven en tegelijkertijd is de dood het tegendeel van leven.

Huub Oosterhuis schreef een dooplied waarin hij een baby als volgt beschrijft: ‘het is nog niemand, spreekt geen woord, heeft van de dood nog niet gehoord’. Langzaam maar zeker moet een mens leren leven met de dood. Als kind huil je om je gestorven konijn en pluk je bloemetjes voor op het grafje. Je kunt je niet voorstellen dat je moeder er ooit níet zal zijn en je vraagt je af wanneer je overleden oma terugkomt. Het definitieve en onherroepelijke van de dood is iets moeilijks en pijnlijks. Tegelijkertijd zijn er ook situaties waarin de dood een zegen is: als het leven door ziekte of pijn onleefbaar geworden is. Dan is de dood een genadige zuster en zo zal de heel zieke Franciscus de dood ook ervaren hebben.

Zonder de dood zou het hele leven anders zijn. Want wanneer je nooit ziek bent, besef je niet hoe kostbaar gezondheid is. De dood maakt het leven extra waardevol. Maar ‘de dood’ bestaat niet, maar heeft vele gezichten. Soms zijn er huizenhoge vragen naar het ‘waarom’. Ik herinner mij hoe ik als kind ontzet was door de dood van een leeftijdgenootje. Mijn moeder had geen antwoord op mijn ‘ waarom-vraag’. Maar wat ze zei, heb ik altijd onthouden: ‘ God huilt net zo goed als wij’. Dat heeft mij getroost, dat God aan mijn kant stond, mij begreep en dat God het leven wil en niet de dood.

De dood als ‘ zuster’ zien, vind ik vaak moeilijk. Daarvoor heb ik het leven en mijn naasten te lief. Ik denk aan die indrukwekkende dichtregels van Ida Gerhardt:

Zeven maal over de zeeën te gaan,
schraal in de kleren, wat zou het mij deren,
kon uit de dood ik die éne doen keren.

Maar naast het verdriet, roept de dood ook andere emoties op. Want ik herinner mij van de tijd rond het sterven van geliefden ook de intense verbondenheid als familie en de enorme stroom van kostbare herinneringen waarvan je je ineens bewust wordt.

Begraafplaats Groenesteeg Leiden

Op de oude Leidse begraafplaats groeien de lentebloemen uitbundig tussen de graven. Nu staat het fluitekruid er hoog en wit te wiegen. Ik lees een tekst van Catharina Visser over het Zonnelied: “Franciscus noemde de dood zijn zuster. Hoe kun je de vernietiging bezingen? De vernietiging lijkt tot de chaos te behoren, maar is in werkelijkheid deel van een telkens nieuwe schepping. Niets gaat verloren. Al het verdorde, al het afval keert op een dag terug op de weg van de groei. Schepping en vernietiging zijn één”. Ik hoor de vogels zingen en ik bewonder het kantwerk van fluitekruid, dat het hele pad omzoomt. Voor even kan ik er vrede mee hebben .... met zuster dood die onlosmakelijk met ons leven verbonden is.

oude graven op Terschelling
Dit blog verscheen eerder in 'In gesprek', maandblad van de Protestantse Vrouwen Organisatie.