Wanneer ben je thuis? Je kunt ergens jaren wonen, en je toch niet ‘thuis’ voelen. Je kunt een huis en en woonplaats hebben die geen echt thuis zijn. Een plek is niet zomaar thuis. Het betekent dat je ergens de weg kent, dat het vertrouwd en bekend is. Maar meer nog dat je je veilig en geborgen voelt. Thuis betekent dat je verbondenheid ervaart. Je kunt je ergens thuis voelen waar je voor het eerst bent. Zo verging mij dat in de Bleekgemeente, waar ik vreemd en nieuw was, en waar ik tegelijkertijd herkenning en verbondenheid voelde.
Ten Cate torentje, van voormalige textielfabriek |
Daarom durf ik de stap te wagen naar die onbekende kerk in dat onbekende deel van Nederland. Ik vertrouw erop dat het mijn thuis kan worden. Maar zover is het nog niet. Inmiddels kan ik zonder plattegrond de Bleekkerk vinden, en zie ik al enkele herkenningspunten. Enkele torens en fabriekspijpen herinneren nog aan de bloeitijd van de textielindustrie. Ik weet nog weinig van de geschiedenis van deze streek en heb nog veel te leren. Ik zie in de boekhandel de Twentse bijbel: na de Groningse bijbel en de Achterhoekse bijbel zal deze binnenkort wel aan mijn verzameling worden toegevoegd. Zo leer ik de bijbel steeds weer in nieuwe klanken kennen.
de Bleekkerk |
Gelukkig hebben we een huis gevonden waarvan ik denk dat wij ons er thuis zullen gaan voelen. Er zijn veel vogels en zelfs eekhoorntjes in de tuin en er bloeit een grote paardekastanje. Het huis voelt al vertrouwd, zelfs nu we er nog niet wonen. Misschien wel omdat er ook een piano staat en er mensen wonen die erg van lezen houden. Straks zullen we moeten wennen aan de vreemde geluiden die elk nieuw huis heeft, en aan de eigenaardigheden van het slot of de oven. Het zal even duren voor we in het donker op de tast de weg weten. Maar uit ervaring weten we dat het kan: een nieuw onbekend huis kan heel eigen worden. Zelfs zo dat je er tegenop ziet om er weg te gaan, ondanks de gebreken en de onvolkomenheden van het huis. Een thuis heeft te maken met geworteld zijn, met langzaam maar zeker steviger staan.
Op mijn tocht door de stad zie ik allemaal nieuwe dingen. Bij de VVV neem ik folders mee. Dit wordt ons thuis, maar we moeten het nog helemaal ontdekken. Het moet nog ‘eigen’ worden en vertrouwd. Wij kennen hier nog niemand, hebben nog geen band met de mensen of de streek. Maar zo zijn wij ook op de Veluwe en in de Achterhoek begonnen. Het is bijzonder om te ervaren hoe iedere streek haar eigen mentaliteit heeft, eigen sfeer, tradities en gewoonten. Je thuis gaan voelen is allereerst je dat alles eigen maken. Maar thuis voelen heeft ook te maken met hoe je jezelf daartoe verhoudt. Kun je jezelf zijn, pas je in die sfeer, ga je er echt zelf deel van uitmaken of blijf je toch een buitenstaander?
‘Jezelf zijn’ is nog niet zo makkelijk. Daarvoor moet je ruimte krijgen. Als kind ben ik veel gepest. Ik was anders dan de rest en daar was geen ruimte voor. Het maakt je kwetsbaar en zelfs nu, vele decennia later ervaar ik nog wel eens de gevolgen van het gepest zijn tijdens mijn schooltijd. Onze kinderen hebben op school ook met pesten te maken gehad, juist bij verhuizingen. Wordt er op de nieuwe plek ruimte voor je gemaakt? Mag jij zijn wie je bent? Want dan pas kun je je gaan wortelen, voel je je veilig en thuis.
Aan de voet van de Grote kerk eet ik een broodje in de zon, samen met iemand van mijn nieuwe gemeente. De eerste afspraken zijn gemaakt en straks kan het werk beginnen. Hiermee is het werken aan een ‘thuis’ al begonnen. Vandaag is er weer een stapje gezet. Zonder op de kaart te kijken vind ik mijn weg terug naar het station. Ik ga mijn best doen om hier thuis te worden. Want dat heb je nodig: een plek om je geborgen te voelen en om te kunnen zijn wie je bent!