donderdag 19 april 2012

Overal ruist het smeltwater

 Mijn eerste dagen in Zwitserland worden ‘retraitedagen’. Ik ben in het Emmental bij een bed & breakfast-adres en na een heerlijk ontbijt pak ik mijn rugzakje. Lopen is een goede manier om innerlijk tot rust te komen. De beweging, de buitenlucht en de natuur doen hun werk. Ik neem een boek mee, een schrijfblok, brood, kaas en water.
interieur Evangelische Kirche Langnau CH

Mijn eerste gang is naar de kerk. Overdag is de deur altijd open. Binnen staat een prachtig voorjaarsbloemstuk en er ligt een uitnodiging om een kaarsje aan te steken. Ik zit een poosje bij mijn kaarsje en lees het gebed dat erbij ligt.

Wanneer wij nu deze kaars aansteken
steek dan ook in ons het licht aan, dat de wereld verlichten kan.
Behoed ons licht wanneer het flakkert zodat het niet uitdooft.
Zegen het, zodat het groter wordt, en maak het sterk en krachtig.

Met dit lichtgebed begint deze dag. Dan doe ik mijn rugzak op en ga op weg. Eerst flink omhoog, zodat ik even later het hele dorp van bovenaf zie liggen. Heel stil is het hier. Zo stil, dat je allerlei geluiden die je anders niet opmerkt, hoort. De sneeuw die er nog ligt is bezig te smelten. Overal ruist het smeltwater. Dit is het geluid van het voorjaar, van het nieuwe begin. Het herinnert mij aan een mooi gedicht van Ida Gerhardt:

Smeltwater uit de bergen, raak mij aan:
de sterren kenteren en de nieuwe maan
voorzegt de lente. Winterlang verstoken
van u, smeltwater aan de sneeuw ontloken,
wacht ik u, om in bloemen op te staan.

boerderij in het Emmental

Naast het ruisen van het smeltwater zijn er de vogels die onafgebroken fluiten. Ik hoor het kloppen van een specht, een geitje dat blaat en kakelende kippen. Ik loop langs oude boerderijen, karakteristiek voor deze streek. Ze hebben brede dakranden, die ver oversteken. Onder deze dakrand droogt de was, zijn balkons en staat beneden een tafel met stoelen te wachten op mooi weer om buiten te eten. Vandaag wil de zon niet echt doorbreken, maar ik zie sneeuwklokjes en bosannemoontjes die de winter een halt toeroepen.

boerderij in het Emmental

Later loop ik beneden in het dal, langs de rivier de Emme. Heerlijk is het geluid van zo’n ruisende rivier. Ik zit een poosje aan de oever bij een stenenstrandje. Die stenen hebben zoveel verschillende kleuren: rood, groen, grijs, bruin en wit …..Vele zijn rond geslepen: in de eindeloze stroom van het water en aan elkaar. Sommigen hebben een bijzondere tekening gekregen: witte strepen die een bijzonder patroon vormen. Het is net kunst.

Geen enkele steen is precies gelijk aan een andere. Stenen zijn net mensen: ieder heeft zijn of haar eigen vorm en kleur en samen vormen ze een bonte variatie waar je niet op uitgekeken raakt. En ook mensen kunnen glad en zacht worden als ze zich in de stroom van het leven laten slijpen aan anderen.

stenen in de bedding van de Emme

Ik kan het niet laten enkele stenen mee te nemen. In mijn huis en tuin liggen stenen van al mijn wandelingen. Nog herinner ik mij hoe ik als kind op de laatste vakantiedag moest kiezen welke stenen mee naar huis mochten. En dat waren er maar weinig, want ik moest ze in mijn rugzak dragen, met al mijn bagage. Veel stenen roepen direct herinneringen op. Het zijn kleine wonderen uit onze wonderlijk mooie wereld en herinneringen aan dagen van geluk.

Ook dit is zo’n dag. Vandaag is de tijd mijn vriend. Op een bankje met een tafeltje aan de oever van de rivier schrijf ik dit weblog. Wat krijg ik veel, deze lange dag. Waarom zie ik mijn vriend, de tijd, toch zo vaak als vijand? Dat heeft hij niet verdiend ……