vrijdag 26 juni 2015

Verzamelwoede

Als de dag van gisteren herinner ik het mij: achter het vakantiehuisje in het Binntal in Zwitserland lagen alle stenen die ik in de vakantie opgeraapt had. Ik wilde ze allemaal naar huis nemen, maar wij waren met de trein en dat kon dus niet. Het kostte mij heel wat gepieker om te kiezen welke stenen ik daar zou achterlaten.

Soms vervloek ik mijn verzamelwoede. Bijvoorbeeld onlangs bij onze verhuizing. Ik heb heel wat dingen weggedaan en nam me heilig voor mijn leven te beteren. Ik lees boeken over onthechting en over ‘bezit als ballast’. En toch: het zit in mij, dat verzamelen. Niet omdat ik aan bezit mijn zelfvertrouwen ontleen of omdat het een statussymbool voor mij is. De stenen die ik in het Binntal opraapte waren in de ogen van anderen waardeloos, maar in mijn ogen een prachtige schat. Het verzamelen heeft bij mij te maken met verwondering, met het genieten van de vele mooie dingen op de wereld.

Ik weet het wel: niet alles wat je mooi vindt, hoef je zelf te hebben en je kunt je een vakantie ook herinneren zonder zoveel mee naar huis te nemen. En toch: heel vaak komt mijn verzamelwoede van pas. Want in mijn vak kunnen allerlei voorwerpen helpen om de abstracte dingen van geloof en spiritualiteit meer tastbaar en concreet te maken. Na de verhuizing greep ik al meermalen mis: die grote dennenappels uit Frankrijk en die schaal met kokkels uit de Waddenzee had ik in een bui van verhuis-opruimwoede weg gedaan.

kasteel Singraven bij Denkamp

Nu zijn we op vakantie in Twente. Hier geen stenen of schelpen: dat scheelt. Wel zijn er andere prachtige dingen te zien. Zo krijgen we een rondleiding door kasteel Singraven. Het huis is niet meer bewoond, maar alle kasten zijn gevuld. De laatste eigenaar was namelijk een verzamelaar. Niet van stenen en schelpen, maar van porselein, schilderijen en boeken. Het is bijzonder hoe hij dingen uit een bepaalde periode verzameld en bij elkaar gebracht heeft. Samen met een groep toeristen kijken wij onze ogen uit. De vazen passen bij de kasten alsof ze er voor gemaakt zijn. De tafel is fraai gedekt met prachtig servies en bestek. Uit alles wat in dit huis verzameld is, spreekt liefde voor de schoonheid die er in deze dingen is. Voor dhr van der Laan was verzamelen zijn levensvulling en levensdoel. Ook hij deed het denk ik niet vanwege de status: hij had zelden bezoek. Maar hij omringde zich graag met mooie dingen en genoot daarvan.

wonderkamers in museum Natura Docet in Denkamp

Later op de middag zijn we in museum Natura Docet in Denekamp. Dit is ontstaan uit de verzameling van schoolmeester Bernink. Er zijn kasten vol schelpen, stenen, vlinders, opgezette dieren en wat niet al. ‘Wonderkamers’ zijn het. Want met deze verzameling wilde meester Bernink iets laten zien van zijn fascinatie voor en verwondering over de natuur. Er hangt een groot bot, waar in gekerfd is:
‘Wilt ghy weten dat dit is uyt een walvis het schouwerbladt’


schouderblad van een walvis

Ik begrijp ze zo goed, die verzamelaars. En ik ben blij dat ze er waren en dat ze niet teveel boeken gelezen hebben over onthechting en bezitloosheid als ideaal. Want hun verwondering is nu nog voelbaar: het spreekt uit hun verzameling en zo delen zij die verwondering postuum nog met velen.

dinsdag 16 juni 2015

Eigen karakter

Wij kijken op de fietskaart: Lattrop, Rossum, Tilligte, Volthe: we hebben er nooit van gehoord. We zijn op vakantie in eigen land, maar wanen ons in het buitenland. We wilden richting de Waddeneilanden, maar moesten dichterbij huis blijven. En zo fietsen we met tent en campinggaz–kookpitje Twente in ..

Hoe kan het dat we nooit eerder hier waren? Het landschap is prachtig, vol afwisseling en variatie. We rijden langs oude vakwerkboerderijen en langs een kanaal vol waterlelies en gele lissen. We komen langs koeien en schapen, velden met graan, we kruisen beken en riviertjes en de wegen zijn omzoomd met kant: het bloeiende fluitenkruid.


Twente ligt voor veel Nederlanders buiten het blikveld. Toch is het een bijzonder gebied met een eigen taal, cultuur en geschiedenis. In onze wereld is zoveel één pot nat: grote winkelketens die in elke stad een vestiging hebben en multinationals die dat hebben op wereldniveau. We eten en spreken in Nederland bijna allemaal hetzelfde en we dragen dezelfde jeans en merkkleding. Zoveel is er uniform, terwijl dat van oorsprong natuurlijk niet zo was. Want elk gebied  heeft van oorsprong een eigen geschiedenis, eigen gewoonten en een eigen sfeer. Al die dingen horen bij het unieke karakter van elke streek.

Hier in Twente zijn herkenbare boerderijen met deels een houten voorgevel en geveltekens. Vroeger bestonden die uit oude germaanse symbolen, zoals het zonnerad, later kwamen er christelijke symbolen bij, zoals de kelk en het kruis. Langs de weilanden komen we steeds hekken tegen in dezelfde stijl, met een paal gemaakt van de vork van een boom. Het leuke is dat we ook nieuw gebouwde boerderijen en nieuwe hekken zien, gemaakt in die typisch Twentse stijl. Zo blijft het eigene van deze streek bewaard. 


Dankzij Herman Finkers en Anne van der Meiden leer ik ook wat van de taal van Twente. Finkers heeft Jip en Janneke in het Twents voorgelezen en van der Meiden is heeft de bijbel mee-vertaald in het Twents. Veel mensen doen lacherig over dialect, maar dit soort streektalen zijn ouder dan het Nederlands dat wij nu spreken en vormen de basis van onze taal. 

De eigenheid van een streek en van de mensen die daar wonen, vind ik iets positiefs. Loesje zegt: ‘Wees jezelf, er zijn al zoveel anderen’. Dat geldt wat mij betreft ook voor de verschillende provincies en streken in ons land. Want we hebben nou eenmaal niet dezelfde achtergrond, geschiedenis en taal en dat mag je best horen en zien. 


donderdag 4 juni 2015

Integratie

In Arnhem dwalen we door de Jordaan. Nee,  dit is geen typefout: we zijn in het Openluchtmuseum. Daar is een stukje onvervalste Jordaan uit Amsterdam weer opgebouwd: een bruin café, een oud postkantoor en een steegje van een ‘krottenwijk’. De huisjes laten zien hoe armoedig mensen hier leefden: vocht, ongedierte en gebrek waren hun deel. De verhalen bij de verschillende verwaarloosde hokjes en van hun bewoners spreken boekdelen. Nog maar zo kort geleden waren er zulke mensonterende omstandigheden in ons land.


Boven is een tentoonstelling over migratie. Een filmpje vertelt over immigratie van de afgelopen vijf eeuwen: mensen uit alle windstreken die in Nederland hun werkkracht en kennis inbrachten. Immigratie is niet iets van deze tijd alleen: in al die eeuwen zijn er heel veel verschillende mensen naar ons land gekomen. Zonder hen zou ons land er heel anders uit hebben gezien. Want zij hebben meegebouwd en meegewerkt aan wat ons land gemaakt heeft tot wat het nu is. 

Ook Nederlanders emigreerden naar alle windstreken. Er zijn interviews met enkelen van hen. Een Amerikaanse vertelt over Holland in Michigan. Ze vertelt over de Nederlandse cultuur die daar nog volop leeft. Vol verbazing zien we een klas middelbare scholieren tijdens de gymles een klompendans instuderen. Daar hoef je bij onze middelbare scholen niet mee aan te komen. Nog gekker wordt het als er twee meisjes in beeld komen die zichtbaar van Aziatische afkomst zijn, maar Nederlandse klederdracht uit staan te zoeken. In mei wordt een Hollands feest gehouden en het hele stadje danst dan de klompendans in Hollandse klederdracht.


Wij eisen van allochtonen in ons land dat zij zich aanpassen en integreren. Maar deze Nederlanders hebben daar in den vreemde hun eigen cultuur juist stevig vast gehouden. Zo zelfs, dat die klederdrachten, die in Nederland nauwelijks meer gedragen worden en dansen die niemand hier nog kent, daar nog zo belangrijk zijn. 

In een ander filmpje zien en horen we hoe Nederlanders in Spanje leven. Ze gaan naar een Nederlandse supermarkt met Nederlands sprekend personeel en Nederlandse producten. Ze spreken alleen met hun Spaanse buren in de lift van het appartementencomplex, en alleen over het weer. Verder leven ze in hun eigen wereldje: een Nederlands wereldje in Spanje. Ook hier is geen sprake van integratie en dat is ook helemaal niet de bedoeling. Zij zijn naar Spanje verhuisd vanwege het mooie weer en de rust, niet omdat zij zich interesseren voor de Spaanse cultuur en de Spanjaarden.

Zo gaat dat dus, zélfs als je uit vrije wil je vaderland verlaat: je wilt je eigen cultuur vasthouden en zelfs extra koesteren, daar in den vreemde. Die Turkse bakker en moskee in Nederland: is dat niet hetzelfde als de supermarkt met Bolletje beschuit en de Nederlandse kerk in Benidorm? 

Mensen blijven in zekere zin deel van hun eigen cultuur, ook als ze emigreren. Ik bak Zwitserse taart en zing Zwitserse liedjes. Maar daarnaast is het goed om in te burgeren, de taal te leren en ook vrienden te maken in je nieuwe vaderland. Dat geldt voor elke immigrant: de buitenlanders hier in ons land, maar ook voor de Nederlanders die elders een nieuw vaderland gevonden hebben. Immigratie en integratie is zoeken naar balans: je oude leven én je nieuwe maken tot een nieuwe, unieke en spannende combinatie!