donderdag 24 december 2015

Kerst en de verwondering

Kerstmis is meer en meer een profaan feest aan het worden. In sommige winkels liggen al sinds oktober kerstartikelen. Bij Kerst horen allerlei tradities zoals het bereiden van een kerstdiner, het eten van kerststol en het versieren van een boom. Naar de kerk gaan is voor sommigen ook nog een traditie met Kerst. ‘Als ze alleen maar met Kerst komen, hoeft het voor mij niet’, hoor ik mensen wel eens mopperen. En ze veroordelen de meer profane tradities die toch niets met het kerstfeest te maken hebben.

Veel feesten hebben een kerkelijke oorsprong. Soms sluiten ze bovendien op oudere tradities aan. Want eind december zijn de dagen het kortst en duurt het donker het langst. Juist dan verlangen mensen naar het licht. Midwinter, een voorchristelijk feest, is zo omgebogen tot Kerstmis. 

Nu Nederlanders steeds minder kerkelijk gebonden zijn, is de religieuze oorsprong  van de feesten voor veel mensen meer en meer onbekend. Dat is jammer, maar niet zo heel vreemd. Want hoe leg je Pasen of Pinksteren uit aan iemand die niet meer met geloof en kerk is opgegroeid? Het zijn vreemde verhalen, met symboliek die velen niet meer herkennen. Wanneer je de achtergronden en de diepere bedoeling niet kent, worden het ook onbegrijpelijke verhalen.

Nu is Kerst in dit opzicht een uitzondering. Want het kerstverhaal gaat over de geboorte van een kind. En dat is iets wat velen kennen. Meer nog: velen hebben dat ook als iets bijzonders, als een wonder ervaren. Een pasgeboren kind roept bij veel mensen tederheid en verwondering op, de drang tot beschermen en koesteren, en een gevoel van verantwoordelijkheid. Een pasgeboren kind brengt vaak ook verbondenheid: families die zich verheugen over de geboorte van een nieuwe loot aan de stam,  de oudere generatie die een nieuwe in de armen houdt. De geboorte van een kind brengt mensen bij elkaar en legt een lijntje naar de toekomst.


Het spreekt van hoop voor de toekomst, een nieuw begin ondanks donker, moeite en zorg. Het kerstverhaal staat dichtbij mensen en is herkenbaar. Het appelleert aan het verlangen naar toekomst, aan de gevoelens van verwondering wanneer nieuw leven ter wereld komt. Het kerstverhaal past juist in de koude, donkere maanden van de winter omdat wij dan behoefte hebben aan warmte, geborgenheid en licht.

Het kerstverhaal is een religieus verhaal, maar tegelijkertijd een heel menselijk verhaal. De geboorte van een kind raakt mensen. Theologisch gezien is het niet het belangrijkste feest van de kerk, maar op een andere manier is het wel weer belangrijk: het verbindt mensen met elkaar en met het verhaal van de hoop en de liefde. Meer dan de andere kerkelijke feesten is Kerstmis een feest wat dichtbij mensen komt. Theologisch is dat ook nog eens helemaal in orde, omdat het juist vertelt over hoe God in een mens zichtbaar wordt. Daarmee is het een kans: om mensen mee te laten vieren, te laten delen in de hoop, dat kleine kwetsbare kind, dat flakkerende vlammetje in het donker van de tijd. 


In onze tijd zijn de oude verhalen en de kernwaarden van het geloof niet meer vanzelfsprekend. Ze zijn vaak weerbarstig en vormen meer een barrière dan een brug. Het kerstverhaal leert ons hoe het ook anders kan: hoe in de gewone dagelijkse dingen iets van het goddelijke zichtbaar kan worden. Laten we zo ook eens kijken naar de tradities rond Kerst: als manieren om iets van het goddelijke te ervaren in onze soms zo donkere wereld.

Misschien is het wel de uitdaging om onze kerkelijke feesten zó te vieren dat ze meer aansluiten bij wat mensen ervaren en kunnen begrijpen. We moeten ervoor waken dat onze kerkdiensten een Chinees schouwspel lijken (1), waar mensen niets van begrijpen en wat hen daardoor niet meer raakt. 

Hoe spreken wij in onze kerk over dit verhaal van de hoop? Spreken wij taal die mensen verstaan? Sluiten wij aan bij wat mensen in hun eigen leven ervaren? Het is een uitdaging om in déze tijd kerk te zijn. Het vraagt openheid naar mensen, naar hun verhalen en ervaringen. Het vraagt om een soms wat andere taal dan wij in de kerk gewend zijn. Zodat het verhaal van de hoop verteld én gehoord blijft worden. Straks, met Kerst … en in het nieuwe jaar 2016!


[1] Arjan Plaisier, scriba PKN Trouw 1-10-2015

donderdag 17 december 2015

Over zwerfafval dat bemoedigt

Het is donker en ik loop naar huis. Ik ben verdrietig, voel me machteloos. In onze wereld gaan zoveel dingen mis: aanslagen, oorlogen, verkeersongelukken, kindermishandeling .. of iemand van wie je veel houdt die worstelt met problemen. Je wilt zo graag wat doen: hélpen … maar je kunt soms zo bitter weinig betekenen. Ik probeer het wel, maar al mijn goed bedoelde hulp schiet vreselijk te kort. Ik word er somber van en moedeloos.

Terwijl ik wanhopig vecht tegen mijn tranen steek ik door via het fietspad achter de school langs. Het pad ligt vol dode bladeren. Verderop zie ik een lichtje branden. Op de grond, tussen het blad. Ik ben verbaasd. Het lijkt wel een kaarsje, maar dat kan niet. Het is ook niet de plaats en de tijd van vuurvliegjes. Wat is het dan? Terwijl ik verder loop, bedenk ik oplossingen: een fietslampje dat iemand verloren heeft? Een ledlampje?

Helder straalt het lichtje naast de stoeprand. Ik kom steeds dichterbij. En dan, als ik er vlak bij sta, is het ineens weg. Verbaasd kijk ik en zoek tussen het blad. Daar ligt een blikje van frisdrank of bier. Ik draai me om. Achter mij staat een lantarenpaal. Ineens begrijp ik het.


Ik zie er een boodschap in. Dit lichtje, dat heeft mij iets te zeggen. Het blikje weerkaatste het licht van de straatlantaren. Het is zelf geen lichtje, maar vangt het licht op en geeft het door. Zou dat voor mij niet hetzelfde zijn? Ik ben het licht niet zelf … maar ik mag het licht dat er is opvangen en weerkaatsen. 

Ik kan veel problemen niet oplossen. Ik kan wel zoeken naar licht en proberen dat op te vangen en op mijn beurt weer uit te stralen. Ik moet mij  niet door het donker laten overweldigen, zodat ik steeds somberder word. Ik moet me blijven keren naar het licht. Zelfs zwerfafval kan het: licht brengen in het donker, een lach op mijn gezicht. Het blikje geeft licht. Nu ik nog!


donderdag 10 december 2015

Stralen van dezelfde zon

Sinds ik in mijn nieuwe stad woon, heb ik nog steeds nieuwe dingen te ontdekken. Gisteren ontdekte ik een zaal waar kamermuziekconcerten gegeven worden en een kunsthal met moderne kunst. Steeds zijn er nieuwe onverwachtse verrassingen. Het is een soort ontdekkingstocht, een avontuur.

Elisakerk, bij het Karmelklooster

Ook op kerkelijk gebied is er veel te ontdekken: het Karmelklooster, de mooie Grote Kerk en de intieme kleine Doopsgezinde. Ik probeer in allerlei kerken eens een viering mee te maken en overal vind ik inspiratie. 

Grote kerk Almelo

In de Reeststraat staat het gebouw van een voor mij onbekend kerkgenootschap: het Apostolisch Genootschap. Op een inspiratiedag in Utrecht maak ik voor het eerst kennis en op een zondagmorgen zet ik die kennismaking voort door een samenkomst te bezoeken. Het is allemaal nieuw, onbekend en vreemd, heel anders dan in mijn eigen kerk. Een andere kerk heeft andere tradities, een andere taal, een andere geschiedenis. De liederen ken ik niet, maar ze gaan, net als de overdenking over het leven hier en nu.


Thuis lees ik in hun maandblad ‘De Stroom’. Ik vind veel herkenning. Wat mij treft is een stukje over ‘Denken over God’, waarin beschreven wordt hoe mensen al eeuwenlang op zoek zijn naar zingeving aan het bestaan. Dan staat er: ‘
Het gaat mis op het moment dat we er niet zelfstandig over nadenken, maar anderen napraten. Het gaat mis op het moment dat we ons geloof, ons beeld, als absoluut hanteren en anderen opleggen. Neem zingeving serieus, maar verwar die niet met de absolute waarheid. Religie is verbeelding. En wat een mooie verbeelding. Het is je een beeld vormen van het niet te bevatten mysterie, het is nadenken over het leven. Het is zeker weten dat je het niet zeker weet.’ (De stroom, 2015-05)

Veel godsdiensten en kerken schermen met ‘de waarheid’ en het ‘ware’ geloof. Maar het ware geloof is voor iedereen verschillend. Ik geloof niet dat één godsdienst superieur is, dat één kerk de enige weg naar God is. Daarvoor is God te groot. Daarvoor zijn mensen te verschillend. Wel zie ik dat er in de wereldgodsdiensten veel kernbegrippen op elkaar lijken of overeenkomen: de liefde, het zoeken naar vrede, naar een betere wereld en de leefregels die daarbij helpen.

Voor mij zit het ware geloof niet in een bepaalde godsdienst of kerk, maar heeft te maken met dit aspect van religie: dat het mensen verder helpt en de wereld mooier maakt. Geloof dat met het zwaard gebracht wordt en dat bommen legt … dat kan voor mij niet het ware geloof zijn. Geloof dat de macht heeft en slaven maakt ook niet ….

‘Niet bang zijn voor verschillen, zelf nadenken en je verdiepen, in gesprek zijn’ worden in De Stroom genoemd als kenmerken van de apostolische cultuur. Hoe vaak oordelen we niet over elkaar zonder iets van elkaar te weten? Hoe vaak zijn we niet bang voor mensen die anders denken en geloven en praten we na wat ons is voorgezegd? 

Geloof is voor mij samen te vatten in drie woorden: verwondering, verbinding en verantwoordelijkheid. Waar wij ons verwonderen, ons verbinden met elkaar en de verantwoordelijkheid die daaruit voortvloeit serieus nemen, gebeurt het geloof.

Laten we als godsdiensten en kerken niet oordelen over elkaar, maar open zijn naar elkaar en zoeken naar verbondenheid. 

Alle religies zijn stralen van dezelfde zon.
Helene Blavatsky

De zon brengt licht, warmte, groei, energie . Als we dat nou eens doorgeven in ons geloven, vanuit onze kerken, hoe verschillend we verder ook zijn.


donderdag 3 december 2015

Leve het boek!

Snel smeer ik wat boterhammen en vul een flesje water. Welk boek zal ik meenemen? Naast papier om te schrijven neem ik altijd een boek mee op reis. In de trein kun je heerlijk ongestoord lezen. Vandaag wordt echt een boekendag. Onze jongste dochter werkt aan haar eindexamen-profielwerkstuk over boeken vertalen. Ze heeft via via een gesprek met een vertaler. Zijn vrouw is uitgever en heeft een rondleiding door de uitgeverij beloofd. Omdat zo’n reis sámen gezelliger is samen en ik nieuwsgierig ben naar wat er in een uitgeverij speelt, mag ik mee.

Bij veel mensen thuis en in bedrijven zie je steeds méér schermen en elektronica en minder papier en boeken. Hier bij uitgeverij Meulenhoff is het heel anders: elk vertrek is van boven tot onder bekleed met boeken. Ze staan en liggen overal: ook hele stapels op de grond en ze worden ook onverwacht creatief ingezet: het computerbeeldscherm staat op een stapeltje boeken.

Wat gaat er een wereld schuil achter een boek: het is een heel proces om een boek in de boekhandel te krijgen. Hoe weet je of een boek aanslaat? Hoe weet je welk Engels boek vertaald en in het Nederlands uitgegeven moet worden? Want elke dag komen er nieuwe boeken uit. Het is niet voor te stellen dat er een tijd is geweest dat mensen niet konden lezen. En dat er een tijd geweest is dat elk boek met de hand moest worden overgeschreven, dat alleen heel rijken zich boeken konden veroorloven en konden lezen.

Dankzij de uitvinding van de boekdrukkunst werden boeken betaalbaar. Dankzij die boeken kon kennis makkelijker gedeeld worden en kwamen bibliotheken en universiteiten voor veel grotere groepen mensen in beeld. Ik ben opgegroeid tussen boeken. Als kind las ik iedere dag een boek. In boeken kun je heel nieuwe werelden ontdekken, ze verbreden je horizon en helpen je om je in anderen in te leven. 


De vertaler vertelt over zijn werk: het intensieve proces om de woorden, maar ook de stijl en de humor van de schrijver, over te brengen in het Nederlands. Soms moet je je daarvoor verdiepen in speciale onderwerpen of in de taal van een bepaald vakgebied. Het vraagt taalgevoel, creativiteit en enthousiasme voor boeken. Ik dacht altijd dat je een boek het beste in de oorspronkelijke taal kon lezen. Maar ik ken maar weinig talen goed genoeg en ‘van binnen uit’. Dus besef ik vandaag dat ik de meeste boeken beter  kan lezen in een goede vertaling dan in de originele versie.

We lopen van de uitgeverij naar boekwinkels: een kinderboekwinkel, een Engelse boekwinkel en de grootste boekwinkel van Nederland. Zoveel inspiratie, fantasie, wetenschap en mooie verhalen. Ons brood is op. Onze rugzakken zitten nu vol met boeken. Bij de pizzatent op het station waar wij nog wat eten, zit iemand vol overgave boven zijn pizza te lezen. In de trein terug doen wij hetzelfde.


Ik ben blij met internet en alle nieuwe mogelijkheden om digitaal kennis en inspiratie op te doen. Maar een mooi boek in je handen houden, de geur opsnuiven en de bladzijden omslaan, vol verwachting: dat is iets dat internet niet kan bieden. Internet is snel, efficiënt en makkelijk. Boeken zijn voor mij anders: ze brengen rust en concentratie. Dank aan schrijvers, vertalers, uitgevers en boekhandelaren. Leve het boek!



maandag 23 november 2015

Tien generaties slavernij

Slavernij: het is een woord uit een ver verleden, uit verre landen. Door de discussie over zwarte Piet lijkt het ineens weer dichterbij te komen en toch iets met ons, hier en nu in Nederland te maken te hebben. Sommigen vinden het onzin. Zij vechten voor Zwarte Piet in de traditionele vorm alsof hij heilig is. Maar wat is heilig? Een mooie traditie? Een traditie ontstaan uit een mensonterende praktijk?

In De Nieuwe Liefde Almelo is Farida Nabibaks, choreografe en filosofe, van oorsprong afkomstig uit het Caribisch gebied, uit Suriname. Zij danst voor ons, een dans van open gaan en je weer terugtrekken, van er mogen zijn en je schamen. En dan vertelt zij haar verhaal.

Farida Nabibaks

Haar verhaal is het verhaal van een vrouw die zich een door en door Westers mens voelde. Die haar afkomst verloochende. Die zich niet donker voelde, maar wit – zij voelde zich als wat zij niet was. Maar op een gegeven moment wordt zij zich daarvan bewust. Zij realiseert zich dat veel meningen in een cultuur niet bewust zijn, maar onbewust. Onbewust ben je er deel van.

Farida Nabibaks vertelt over de wereld waar haar wortels liggen: Suriname. Er waren daar veel culturen: Indianen, Afrikaners, Indiërs, Javanen, Chinezen en Nederlanders. De gekleurde mensen, waar ze ook vandaan kwamen, waren voor het werk. In Suriname is het woord ‘negerzweet’  synoniem voor koffie. De blanken waren niet voor het werk. Maar zij deden er toe. In het woord ‘blank’ klinkt van alles mee: rein, onbevlekt, onschuld.

De huizen van de blanken staan mooi en trots langs een brede weg op een oude foto die zij meegenomen heeft. Hoe komen die huizen zo mooi? Je ziet de achterkant van al deze schoonheid niet: het personeel en de manier waarop dat behandeld werd. 

In 1863 kwam het officiële einde aan de slavernij. Mensen zeggen wel eens: ‘de slavernij is een donkere bladzijde in onze geschiedenis’. Maar, stelt Nabibaks, dan maak je het te klein, te marginaal. Want de slavernij is de achterkant van onze welvaart. En is dat systeem wel echt opgehouden? Wij doen nog steeds een beroep op goedkope arbeidskrachten die wij niet zien en waarvoor wij ons niet verantwoordelijk voelen. We noemen het geen slavernij meer, maar het is in feite precies hetzelfde. 

Farida Nabibaks vertelt ons wat 10 generaties slavernij met een mens doet. Hoe slavernij een spoor achterlaat in levens van mensen. Dat het niet zomaar ‘over’ is, maar doorwerkt. Wij, in de zaal zijn allemaal ‘blank’. Iemand formuleert: ‘Wij hebben schuld’. Nabibaks reageert daarop met: ‘Ik ben alleen verantwoordelijk voor mijn eigen stukje’. En zo zijn wíj dat ook: verantwoordelijk voor ons eigen stukje. Want veel van onze welvaart hebben wij te danken aan de slavernij. Denk alleen al aan de grachtenpanden in Amsterdam. 

Voor mij is dat de moderne invulling van het oude begrip ‘erfzonde’. Wij hebben zonden van onze voorouders geërfd in de vorm van alle rijkdom die toen ten koste van veelal zwarte verhandelde  mensen verkregen is en nog de basis vormt van onze welvaart. 

Bovendien draag ik kleding die waarschijnlijk in textielfabrieken in het verre buitenland genaaid is, onder erbarmelijke omstandigheden en voor een schamel loon. Het tin uit mijn mobiel is gewonnen door kinderen en die tinwinning heeft een Indonesisch eiland vernield. En dat is nog maar het deel waar ik me van bewust ben …

Ik voel mij hiervoor verantwoordelijk. Dat is niet gemakkelijk. Want ik ben in zekere zin ook machteloos omdat ik in mijn eentje die structuren niet kan veranderen. Maar op deze avond word ik mij ervan bewust dat slavernij generaties lang nog sporen nalaat. Laat mij dat scherp houden, zodat ik mij niet te gemakkelijk bij onrecht neerleg.

Luister ook naar de nachtzoen van Farida Nabibaks op 16 december 2014 bij de Ikon

De Nieuwe Liefde Almelo: Centrum voor debat, studie en bezinning op ethische, filosofische, maatschappelijke en levensbeschouwelijke  onderwerpen, alsmede literatuur en poëzie. Zie de facebookpagina van De Nieuwe Liefde

donderdag 5 november 2015

Krasjes uit een ver verleden

In het grote en overweldigende museum Naturalis  (het natuurhistorisch museum in Leiden) is veel indrukwekkends te zien: oeroude fossielen, opgezette dieren en de schitterende kleuren van vlinders en edelstenen. Maar dit keer ben ik op zoek naar iets kleins en onopvallends. Ik heb er al veel over gelezen en gehoord. Nu wil ik het met eigen ogen zien. 

Het lijkt iets onbeduidends: een schelp met krasjes erop. Zij ligt in een kleine vitrine apart. Ik kom dichterbij en als ik goed kijk, zie ik de kleine krasjes in de vorm van een zigzagpatroon. Nu is het bijzondere dat deze schelp een fossiel is en samen met een heleboel zelfde fossielen al meer dan een eeuw in de verzameling van Naturalis aanwezig is. Maar kortgeleden is zij als het ware herontdekt. 

de bijzondere schelp in de vitrine van Naturalis

afhankelijk van hoe het licht valt
kunt je de gravering zien:
de gravering die je met deze lichtinval kunt zien
heb ik rood gemaakt
(dat is dus maar een deel van de gravering)

De krasjes waren gezien door een onderzoeker, die er meer van wilde weten. De fossiele schelp is ooit gevonden op het Indonesische eiland Java, waar bij deze vindplaats resten van vroege voorouders van de huidige mens gevonden zijn. Het blijkt dat deze krasjes gemaakt zijn voordat de schelp gefossiliseerd werd. En dat is tussen de 430 duizend en 540 duizend jaar geleden. Dat is veel ouder dan de tot nu toe oudste graveringen, gevonden in Afrika.

Deze kleine zigzag-krasjes zijn een groet van een half miljoen jaar geleden. Ze zijn met zorg en aandacht gemaakt. De schelp heeft vele duizenden jaren ergens gelegen, is toen opgeraapt door een Limburgse arts die de vroege voorouders van de mens op het spoor was. En meer dan honderd jaar later komt haar tekening aan het licht.

Ik sta erbij en kijk ernaar. Wie zou de krasjes hebben gemaakt? Is het versiering? Betekent het iets? Een half miljoen jaar is iets volledig onvoorstelbaars. Dat er toen al mensen waren die schelpdieren aten, een schelp gebruikten als gereedschap en creatief bezig waren: het maakt mij stil.

Vorige week liep ik mee met de klimaatloop, georganiseerd door de kerken. Verschillende organisaties vragen op deze manier aandacht voor klimaatsverandering en roepen op tot economische en politieke veranderingen. In etappes lopen mensen in verschillende delen van ons land richting Parijs, waar in december een klimaattop wordt gehouden. 


met pelgrimsstokken op weg:
we dragen een blok ijs, dat gaandeweg smelt,
symbool voor het smeltende poolijs

Zaterdag 24 oktober was ik in Utrecht, op de manifestatie van de kerken rond klimaatsverandering. Ik maak mij zorgen over onze planeet: vanwege de klimaatsverandering, vanwege het massale gebruik van fossiele brandstoffen, vanwege kernenergie, vanwege ons verwoestend bezig zijn op deze planeet.

in de Sint Gertrudiskathedraal in Utrecht

Reinier van den Berg, weerman bij RTL hield ons afgelopen zaterdag op de klimaatsmanifestatie voor  dat die zorg terecht is. We stevenen af op een rampscenario met extremer weer, grote droogte, bosbranden, overstromingen, smeltende ijskappen en een stijgende zeespiegel. Door dit alles zullen er gigantische hoeveelheden klimaatsvluchtelingen komen – veel meer dan bij de vluchtelingenstrooom van nu. Maar van den Berg gaf ons ook hoop mee: als we nu de goede keuzes maken en aan het werk gaan, kunnen wij het tij  nog keren. Hij formuleerde de vijf pijlers voor de economie van de toekomst: investeren in bomen -  energie besparen – duurzame energie opwekken – hergebruik van grondstoffen – en eerlijke handel, fair trade. Dit zijn de pijlers die onze wereld en de mensen toekomst geeft.

liturgische schikking voor de klimaatsmanifestatie:
de storm steekt op, we moeten op weg!
Achter de schikking zeven kaarsen bij de zeven dagen
uit het Scheppingslied uit Genesis

De kleine schelp met het zigzagpatroon is een groet uit de verte. Uit een tijd dat de mens onbeduidend was en weinig invloed had. De mens leefde in en van de natuur, maakte er deel van uit. Hij greep in in de natuur: hij opende zoetwatermosselen met behulp van haaientanden en hij kraste zigzagpatronen op de schelp. Maar zijn leven liet geen giftige sporen na, en veroorzaakte geen extinctiegolf. Hoe is dat met ons? Is er na ons nog leven mogelijk? Ik kijk naar de schelp en de kleine geometrische figuurtjes. Voor mij zijn ze een opdracht: om eraan te werken dat die lange geschiedenis van de mens op deze planeet geen abrupt einde krijgt.

Zie ook: website Naturalis 

zaterdag 31 oktober 2015

Lente in de herfst

Als een bruid voel ik mij: langzaam dwarrelt het om mij heen, en vallen diepgele bladeren op de grond. Ik heb het op mijn wandelingen door park Sonsbeek meer en meer herfst zien worden. Langzaam verkleurde al het blad, eerst aan de bomen, en nu ligt het las een prachtig tapijt aan mijn voeten.

park Sonsbeek in Arnhem

Eerst vielen de vruchten: de kastanjes, de eikels. Op ons terras hoorde je de kastanjes met een smak neerkomen. Glanzend en warmbruin: ik kan het niet laten ervan op te rapen. Nu zijn het de bladeren die vallen. Deze zonnige herfstdagen ritselt het af en toe even in de boom: een zachte windvlaag. De bladeren maken zich los en zweven sierlijk, bijna dansend, naar beneden. 

park Zypendael in Arnhem
  
De statige oude beuken, de eiken, de kastanjes in park Zypendael laten allemaal hun blad vallen. Sommige bomen hebben dat al tientallen of zelfs honderden keren gedaan. Goudgeel en rood ligt het blad aan mijn voeten. De diepgroene zomerbomen zijn ineens aan het veranderen: hun takken al bijna kaal, hun stammen zichtbaar.

De bomen laten hun blad vallen om toekomst te hebben. Ze kunnen de winterkou doorstaan, als ze hun blad laten gaan. Op deze zonnige dag lijkt het de bomen makkelijk af te gaan, en heeft het zelfs iets heel feestelijks. 

Wij associëren de herfst vaak met ouderdom en verval. Maar het laten vallen van het blad is eigenlijk juist een maatregel ten leven: door hun blad af te werpen, kunnen de bomen het winterseizoen doorstaan en straks in het voorjaar weer uitlopen.

vallend blad

Mensen houden zich vaak krampachtig vast aan dingen: aan spullen, aan oude denkbeelden, aan gewoonten, aan tradities, aan hoe het was. Juist als er moeilijke tijden komen, willen mensen die dingen vasthouden. Dat geeft zekerheid en is vertrouwd. Wij denken dat het ons helpt als we al die dingen vast houden. Maar het zou wel eens net zo kunnen zijn als met de bomen: juist door dingen los te laten, kunnen we een moeilijke periode doorkomen en een nieuw begin maken.

Kortgeleden las ik in een boek (Raven, van de voorzitter van de landelijke Raad van Kerken Klaas van der Kamp) een bijzondere gelijkenis. Ik vertel het in eigen woorden na: een groep mensen is onderweg en stuit op een rivier. Er is geen brug, geen doorwaadbare plaats, geen veer .. en dus is de rivier een onoverkomelijke hindernis. Uiteindelijk bedenkt een van hen dat ze van de bomen op de oever een vlot kunnen bouwen. Dit vlot brengt hen heelhuids aan de overkant. De groep vervolgt zijn tocht, en neemt daarbij het vlot op de schouders mee. Maar: de groep komt op de verdere tocht nergens meer een rivier tegen zonder brug of veer. Het vlot echter slepen zij met zich mee en wordt van redding tot ballast.

Onbewust doen wij mensen dit vaak: we hebben oplossingen gevonden die ons in bepaalde situaties geholpen hebben.  Voor de zekerheid nemen we ze mee – ook als onze situatie inmiddels volledig is veranderd. Of dat nu spullen zijn of denkbeelden: we worden in de loop van ons leven dus steeds zwaarder beladen. De bagage wordt tot ballast. Soms zelfs zo, dat het ons doet stil staan.

Gravenallee Almelo

We kunnen van de bomen leren: loslaten wat ons belemmert, wat onze toekomst in de weg staat. Dan pas is er zicht op toekomst. Ineens begrijp ik waarom die bladeren zo dansend en sierlijk vallen: híer wordt de kiem gelegd van de lente, het nieuwe begin!


vrijdag 23 oktober 2015

Lopen in de regen

We zijn op zondagmorgen onderweg naar Deventer. We hebben wandelschoenen aan en een rugzak met lunchpakket. Maar het is helemaal geen wandelweer. Als we louter voor ons plezier zouden gaan wandelen, maakten we rechtsomkeert. Maar wij gaan vandaag met een missie. We zijn geen wandelaars maar pelgrims. We lopen mee met de klimaatloop georganiseerd door de kerken. Verschillende organisaties vragen op deze manier aandacht voor klimaatsverandering en roepen op tot economische en politieke veranderingen. In etappes lopen mensen in verschillende delen van ons land richting Parijs, waar in december een klimaattop is.

In Deventer Colmschate zijn we welkom bij de Ichtuskerk. We krijgen een kop thee of koffie en een wilgentak als wandelstok. Terwijl wij daar met onze wandelstokken en rugzakjes in de hal staan, komen de kerkgangers in hun zondagse kleren en met hun liedboeken de kerk in . Wij mogen ook in de kerk gaan zitten en de viering begint. We zingen over de mooie schepping en de predikant vertelt de kinderen over zorg hebben voor de natuur. Dan mogen de pelgrims op staan en krijgen we de zegen mee. ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’, zingt de gemeente, en wij gaan op weg, door het middenpad de kerk uit en op weg, richting Parijs – vandaag tot Zutphen.

klimaatloop Deventer-Zutphen op 18 oktober 2015

We zijn maar een klein groepje, we lopen 20 kilometer. We komen uit verschillende steden en dorpen. Sommigen lopen vaak en veel, anderen niet. Maar wat ons verbindt, zijn de zorgen die wij ons maken over onze planeet: vanwege de klimaatsverandering, vanwege het massale gebruik van fossiele brandstoffen, vanwege onze leefstijl die een onomkeerbare invloed heeft op het leven op deze planeet. Wij geloven dat er iets moet gebeuren, dat er keuzes gemaakt moeten worden en maatregelen genomen. We kunnen niet meer afwachten, onze ogen sluiten en de problemen voor ons uit schuiven. Wij mogen onze kinderen en kleinkinderen niet opzadelen met een wereld die haar ondergang tegemoet gaat. 

In de kerken is vanouds aandacht voor de zwakkeren, voor recht en gerechtigheid en voor verzoening en vrede. Maar ons omgaan met de schepping heeft eigenlijk veel te weinig aandacht gekregen. Vanuit het kerkelijke denken hebben we de schepping gezien als iets wat ons in handen is gegeven om te gebruiken. Maar gebruiken is niet hetzelfde als uitputten, uitbuiten en opsouperen. En daarop begint ons gedrag steeds meer te lijken. Want als we zo doorgaan, ontstaan er wereldwijd problemen en slepen we elkaar en vele medeschepselen de ondergang tegemoet.

We worden nat, maar we genieten van het afwisselende landschap. We praten met elkaar over onze drijfveren, onze manier om anderen bewust te maken van de klimaatsproblematiek. We zijn lid van verschillende kerkgenootschappen, we hebben verschillende rollen in die kerken, maar we zijn verbonden rond dit ene thema dat ons zo aan het hart gaat. 


Ik krijg zere voeten, voel een blaar. Het blijft nat en mistig. Maar we lopen Zutphen al binnen en tegen de grijze hemel zien we de toren van de Walburgiskerk. Daar staat de deur wijd open en is er warme thee, koffie en soep. Later krijgen we nog een heerlijke warme maaltijd aangeboden bij een gemeentelid. We zijn vreemden voor elkaar, en toch met elkaar verbonden. 

De Walburgiskerk is een grote, oude kerk. Al vele honderden jaren is het een baken in stad en landschap, een symbool voor de verbondenheid tussen hemel en aarde. Vandaag is hier aandacht voor de verbondenheid van mensen met onze planeet. We kunnen niet zonder elkaar. Wij moeten zorg voor haar dragen. We kunnen niet langer wachten. Er moet iets gebeuren. In Gods naam! 

Walburgiskerk Zutphen

zaterdag 17 oktober 2015

Nieuw heilig

Heilig: het is een woord dat we eigenlijk niet meer gebruiken. Misschien  nog in de uitdrukking ‘heilig boontje’, maar ook dat is niet meer eigentijdse taal. We kennen uit de katholieke kerk nog heiligen – maar protestanten weten zich daar vaak geen raad mee. Want heiligen hebben wonderen verricht en er circuleren soms ronduit bizarre verhalen over hen, vooral rond hun martelaarschap en hun dood. 

'heilige boontjes'
in hun tekening kun je een engel zien

Sommige woorden verliezen in de loop van de geschiedenis hun actualiteit en hun betekenis. De wereld verandert en de taal verandert mee. Bijvoorbeeld: veel woorden rond alledaagse ambachten zijn in de afgelopen decennia langzamerhand uit beeld geraakt. Wie weet nog wat een lantarenopsteker is, een hoedenspeld of een poepdoos? Sommige woorden bestaan nog wel maar  hebben een andere rol en lading gekregen. Zo was een zeis gewoon landbouwgereedschap, maar die verbinden we nu alleen nog maar met halloween en de dood. 

Maar er zijn woorden die we misschien toch niet kunnen missen. Want ‘heilig’ heeft te maken met een diepere dimensie in het dagelijks bestaan. En ondanks alle veranderingen in onze wereld zijn we daar toch nog naar op zoek. De kerk is minder vanzelfsprekend, maar mensen lezen Happinnez, doen aan yoga of volgen cursussen op het spirituele vlak. We zoeken woorden en symbolen voor dat wat het gewone dagelijkse leven overstijgt. 

Samen met predikanten en kerkelijk werkers uit het hele land ben ik twee dagen op zoek naar nieuwe vormen, nieuwe woorden en rituelen voor het religieuze. Ieder van ons is op eigen wijze met die zoektocht bezig. Een collega die werkt in een verpleeghuis met dementerenden, gebruikt een klankschaal om mensen ontvankelijk te maken voor ‘meer dan het gewone’. Een andere collega kruipt in de huid van een bijbelse figuur en vertelt haar verhaal van binnen uit. Op een nieuwe manier wordt daar iets zichtbaar en voelbaar van wat het woord ‘heilig’ misschien wel uit wil drukken.


‘Nieuw heilig’ is de titel van een boek, geschreven door Jeroen Jeroense en Theo Overduin. Zij zijn op zoek gegaan naar wat voor mensen van nu ‘heilig’ is. Daarvoor heeft hij mensen geïnterviewd en hen gevraagd naar heilige momenten en heilige plaatsen in hun eigen leven. Dan blijkt dat het woord ‘heilig’ een nieuwe inhoud kan krijgen. Vanouds betekent het: volmaakt, zonder zonde, verheven. ‘Heilig’ was voor de geïnterviewden iets wat je overkomt, wat je niet in scène kan zetten, iets van een andere werkelijkheid dat oplicht in je levensverhaal. 

Is het heilige ook nog te vinden in de kerk? Daar zijn we toch vanouds op zoek naar het heilige, in teksten, muziek en rituelen. Wij, als predikanten, hopen dat mensen daar iets ervaren van het heilige, van iets dat het gewone dagelijkse overstijgt. Maar dat kunnen we leren van het ‘nieuwe heilig’: het heilige is niet in scène te zetten. Misschien moeten we niet teveel denken dat we in de kerk het heilige op kunnen roepen. Misschien is het meer een plek waar mensen gevoelig en ontvankelijk kunnen worden voor het heilige. Zodat ze het – zien soms even – in hun eigen leven kunnen herkennen, als het hen ineens overkomt. We kunnen in de kerk ruimte geven aan woorden en gebaren die ons open maken voor een andere dimensie in het leven.

‘Heilig’, dat is niet meer het volmaakte. Het is niet alleen te vinden in het mooie maar soms juist op momenten van crisis. Het heilige is niet alleen iets dat ons dankbaar maakt en ontroert, maar ook iets dat ons bepaalt bij wat er werkelijk toe doet in ons leven en wat ons soms een moeilijke opdracht geeft. Heilig: wat is jou heilig en waar ervaar je dat? Wie weet kan ook in ons leven het woord heilig een nieuwe betekenis krijgen.

Nieuw heilig, Jeroen Jeroense en Theo Overduin, uitgeverij Skandalon
interviews met o.a. Ruard Ganzevoort, Elma Drayer, Jan Jaap van der Wal, Kathleen Ferrier en Dries van Agt




donderdag 8 oktober 2015

Upcyclen

Afval, lange tijd hebben we gedacht dat het waardeloos was. Je gooit het weg en je koopt iets nieuws. Maar vergeleken met onze voorouders produceren wij veel meer afval. Onze maatschappij is veranderd. Er is veel meer welvaart en we kopen niet meer in de dorpswinkel maar in de supermarkt of via internet. 

Kunstenaar Greg Segal maakte een serie foto’s van mensen met hun afval van een week. Het is onthutsend en herkenbaar tegelijk. Wij moeten elke weer een paar keer het verpakkingsafval wegbrengen. En dat terwijl wij ons best doen om overtollige en eenmalige verpakkingen te vermijden en wat onvermijdbaar is her te gebruiken.

ons afvalbankje: als de klop omhoog is kun je afval scheiden

In ons huis hebben wij een afvalbank. Steeds meer soorten afval komen daarin terecht, netjes gescheiden. Want meer en meer wordt in onze maatschappij duidelijk dat afval eigenlijk grondstof is en hergebruikt kan en moet worden. Want anders komen we om in het afval en putten we de aarde uit. Dat afval waardevol is en hergebruikt kan worden, wisten ons voorouders al. Mijn oma  maakte soep van etensresten, en versleten kleren werden hersteld met wat van andere versleten kleren nog bruikbaar was: knopen, rits, niet versleten delen van de stof. Nog steeds put ik uit de voorraad van mijn oma en  ik doe als zij: een spijkerbroek wordt eindeloos gerepareerd en als het dan echt niet meer kan, gaan de resten sterke stof in een jeans-bak. Zo kan ik een volgende broek weer herstellen.

Mijn oma kende het woord recyclen niet, ze deed het gewoon. Door onze overvloed zijn wij dat een beetje vergeten. Maar gelukkig is het recyclen terug van weggeweest. Afval wordt niet meer zondermeer gedumpt of verbrand, maar hergebruikt. Veel afval is waardevol.


Recyclen dus. Of ‘upcyclen’. Dat leerde ik in Taizé. Want waardeloos afval kan ook van gedaante wisselen als je er anders naar kijkt. Van dingen die je anders weg zou gooien, kun je iets moois maken. Met fantasie verandert afval in kunst. 


Bij een workshop ‘upcyclen’ kregen wij de opdracht om creatief bezig te gaan met flesdoppen, gewoon die plastic doppen van petflesjes. Ze hebben alle kleuren van de regenboog. We kregen in kleine groepjes eerst allerlei opdrachten en tenslotte maakten we samen een groot mozaïek.


Als je daar zo samen bezig bent met die doppen, realiseer je je hoe kinderen dat ook kunnen: spelen met niks. Zij zien in kastanjes, steentje en takjes iets moois, en zij gebruiken hun fantasie en creëren er nieuwe werelden van. Onze jongste dochter speelde bij haar oppasoma vol vuur met een zak witte en bruine bonen. De oudste speelde met stenen, achter het huis van haar oppasopoe. Op een middag kwam de buurvrouw. Zij snapte helemaal niet waar mijn dochter mee bezig was en ze zei verbolgen: ‘Dat zijn toch maar stenen!’

Fantasie is een gave: om te zien wat ergens in verborgen is. Upcyclen is recyclen op niveau: waardeloze flessendoppen worden een kunstwerk. Eigenlijk doe ik met mijn textielkunst niet veel anders. Zo is het in elk geval begonnen: uit restjes stof en van versleten kleren. Met een beetje fantasie zie je nog eens wat!

Voor de kunst van Gregg Segal zie hier 



donderdag 1 oktober 2015

Vrede verbindt

“U en ik, we zijn allemaal gelukszoekers: allemaal op zoek naar geluk, naar een goed leven. Dat verbindt ons met vluchtelingen.” Dat was het openingswoord van de viering op de VNdag van de vrede in de Ontmoetingskerk van Enschede. Geluk zoeken: dat verbindt. En vrede dus ook. Want vrede is: geen rechteloosheid, geen angst. Dat is de basis voor het ervaren van geluk. Vrede is ook nog iets anders: een toestand van innerlijke rust en sereniteit. Vrede ervaren, zelfs in ons vredige landje is dus niet altijd eenvoudig. 

Voor velen van ons is vrede iets abstracts, iets waar we nauwelijks bij stil staan en wat we heel gewoon vinden. Wereldwijd gezien is vrede iets  ongewoons. In landen als Syrië, maar ook bijvoorbeeld in Mexico, waar de drugsmaffia onvoorstelbaar veel slachtoffers maakt. 

Vrede is zeldzaam in onze wereld, en daarom is het goed om er bij stil te staan. Daarom ben ik bij deze bijeenkomst in Enschede. Aan het begin wordt de wereldvredesvlam binnengedragen. Deze vlam is ontstaan uit zeven brandende vlammen, aangestoken in zeven verschillende continenten door mensen die zich inzetten voor vrede. Een oude Navaja legende van de indianen vertelt dat wanneer zeven vlammen uit alle windstreken worden verenigd, een tijdperk van vrede zal aanbreken. Deze wereldvredesvlam brandt in Bongor in het Engelse Wales en wordt van daaruit over de wereld verdeeld. Zo brandt de vlam ook in Enschede. Sprekers steken aan deze vlam van hoop ombeurten een kaars aan; symbool voor het doorgeven van hoop, het werken aan vrede.

Met scholieren is er gepraat over vrede en zijn er collages gemaakt. Een scholier zegt:
Wanneer mensen niet meer denken dat hún geloof het ware is en er geen ander geloof mag zijn, kan er een weg gemaakt worden naar vrede.

collages, gemaakt door scholieren

Religie is voor mij iets kostbaars. Maar elders is het vaak een bron van geweld. Deze scholier slaat de spijker op zijn kop: religie wordt gevaarlijk als jij denkt dat jij de enige bent die de waarheid in pacht heeft. En het mooiste van zijn zin is het slot: dat er dan een weg gemaakt kan worden naar vrede. Want vrede ‘is’ er niet zomaar, er moet aan gewerkt worden. 

Alexander Rinnooy Kan noemt het “het gevecht om vrede”, wat tijdrovend is niet altijd bemoedigend. Maar het gaat daarbij vooral om een duurzame toekomst. Want “als anderen niet op onze manier kunnen leven zoals wij, is dat geen basis voor een wereld van vrede, een stabiele wereld”.

deel van de vredesmuur

Ter voorbereiding van deze vredesweek was er een vredesmuur gemaakt, waarop mensen gedachten konden delen over hoe iedereen kan bijdragen aan een wereld van vrede. Want hoe doe je dat? Wij voelen ons vaak zo klein en machteloos. Eerder die dag had iemand mij in een gesprek verteld over haar angst voor internet, alle gevaar op dat wereldwijde web. Maar ik ervaar internet juist ook als een plek waar kleine onbeduidende mensen elkaar kunnen vinden en de handen ineen kunnen slaan. Zo ben ik lid van Avaaz, een internet-actiegroep, doe ik aan Amnesty acties mee, aan earth-alarms en ben ik lid van All out. We kunnen het op de wereld niet alleen, we hebben elkaar nodig. Ook in die zin verbindt vrede mensen met elkaar.

‘Pak het op’; dat is de naam van een website die tijdens deze vredesbijeenkomt wordt gelanceerd. Het is een online vredeswerkplaats die uitnodigt mee te helpen de wereld te verbeteren. Op deze site kunnen mensen goede ideeën leveren ter inspiratie of je steekt de handen uit de mouwen en je gaat een dergelijk idee uitvoeren. Zo worden dromers en doeners met elkaar in contact gebracht: vrede verbindt!

Voor in de zaal hangt een wandkleed met een vredesduif. De duif bestaat uit allemaal verschillende handen: grote en kleine. Voor mij is die duif de samenvatting van wat deze avond wil zeggen: vrede is niet iets groots en abstracts, maar iets om aan te werken, iets om te dóen. Met onze eigen handen, sámen! Daarom: pak het op!



De VN vredesviering in Enschede werd georganiseerd door: Wereldvredesvlam Twente, Enschede voor vrede en de Raad voor Levensbeschouwingen en Religies Enschede.

Rondom de wereldvredesvlam in de Wonne zijn er maandelijks ontmoetingen rondom vrede vanuit verschillende levensbeschouwingen. Zie: www.vredesvlamtwente.nl 


donderdag 24 september 2015

Denken aan vlinders

Zo ineens kan het gebeuren, dat je met een nieuwe start te maken krijgt. Vanwege verliefdheid, zwangerschap, ontslag, scheiding, een nieuwe baan, pensioen, ziekte of overlijden van een naaste. Het leven geeft steeds weer een andere situatie, steeds een nieuwe start. 

Soms verheug je je daar op. Verlang je ernaar. Kun je niet wachten tot het zover is: elke maand weer hopen dat je nu toch echt zwanger bent, of verlangen naar dat verlossende telefoontje dat je geslaagd bent, verlangen naar een liefde die beantwoord wordt of naar het einde van behandelingen , dat je patiënt af bent.

Maar het kan ook iets zijn wat zomaar op je pad komt, wat je overkomt. Een ongeluk, een ziekte … een mens is kwetsbaar en het evenwicht in ons leven kan gemakkelijk verstoord worden. Soms moet je een nieuwe start maken, maar je kunt het niet, je durft het niet. Een nieuwe start vanuit verdriet brengt angst en onzekerheid. 

Trouwens ook een vrolijke nieuwe start brengt vaak onzekerheid met zich mee: het nieuwe is altijd onbekend, en veranderingen zijn vaak spannend. Veel mensen houden niet van veranderingen. Je weet wat je hebt en niet wat je krijgt …. het oude is veilig en vertrouwd.
Maar:

Als er niets zou veranderen, zouden er geen vlinders zijn.



Soms gelooft een mens niet meer in vlinders, kunnen mensen zich niet voorstellen dat hun situatie nog licht en vrolijk kan worden. Voor altijd een rups. Het is ook onvoorstelbaar. Je bent een rups, aan de aarde gebonden. Moeizaam kruipend van blad naar blad. Je verstopt je in een cocon, en als je dan wakker wordt – heb je vleugels, kun je vliegen, licht als een veertje.


Voor mij is een van de belangrijkste dingen van geloven, het geloof in verandering. Dat we ons niet neerleggen bij wat was, maar vooruit kijken en werken. De bijbel staat vol veranderings-verhalen: en dat begint al op de eerste bladzijde: de aarde woest en leeg, en dan doet God het licht aan … Dan wordt alles anders, een heel nieuwe start, een nieuwe toekomst. Dat verhaal is geen geschiedenis, maar een verhaal voor ons, hier en nu, een verhaal over een nieuw begin en verandering.

Geloven betekent: we krijgen steeds de mogelijkheid om opnieuw te beginnen. Elke dag aannemen als de mogelijkheid tot een nieuw begin. ‘Wie gelooft gaat van begin naar begin’, zegt broeder Roger van Taizé. Jesaja schrijft (als lied 809 door Huub Oosterhuis opgenomen in het liedboek):
Blijf niet staren op wat vroeger was, 
sta niet stil in het verleden, 
ik, zegt Hij, ga iets nieuws beginnen..
het is al begonnen, merk je het niet? 

naar Jesaja 43: 18 en 19

Laten we onszelf en elkaar niet vastpinnen op het verleden. Laten we niet vast blijven zitten aan gemaakte fouten, aan gemiste kansen, aan hoe het nu eenmaal is en altijd was. Laten we niet bang zijn voor verandering, maar denken aan de vlinders



Een tekst van broeder Roger uit Taizé:

Als we bij elke dageraad
de nieuwe dag zouden aannemen
als een begin van een nieuw leven ...
Wie op weg gaat met God
gaat van begin tot begin.