donderdag 12 september 2013

Maak ons tot lichtjes in de nacht

Als je in een fotoalbum kijkt naar foto’s van 25 jaar geleden, weet je niet wat je ziet. Wat is iedereen veranderd en wat is de kleding ouderwets. Zo staan wij bij het trouwalbum van vrienden die 25 jaar getrouwd zijn en we zoeken in hun zoveel jongere en zo andere gezichten het vertrouwde van nu. We zijn ter ere van hun huwelijksjubileum naar Voorburg afgereisd.

Onze vrienden vieren dit feest met een kerkdienst in de kerk waar zij actief en betrokken lid zijn. Voor in de kerk ligt een rood kleed, bezaaid met lichtjes. Op de liturgie en de beamer verschijnt een tekst van Sytze de Vries over het licht:

Het Licht is uitgezaaid en niet door weer en wind te doven.
Hoe diep het donker ook, wij zullen in zijn kracht geloven.
Het Licht is uitgezaaid in ons, opdat wij zullen stralen.
In onze liefde wil het zich in duizendvoud herhalen.
Maak ons tot lichtjes in de nacht voor al wie met ons adem halen.


Dat thema ‘licht’ komt terug in vele liederen, in de lezing en in een bijzonder ritueel: er worden herinneringskaarsen aangestoken voor hen die dit feest niet mee mogen maken: familieleden die gestorven zijn. Hoewel ik deze mensen niet kende, ontroert het gebaar mij: zo zijn zij toch met ons verbonden. Terwijl de kaarsen aangestoken worden zingen we een lied uit Taizé. 

Als alles duister is,
ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft,
vuur dat nooit meer dooft ...

Daar in de gemeenschap van Taizé, in dat kleine dorp op een heuvel in Frankrijk, hebben wij deze vrienden leren kennen en met hen geloof en hoop, vreugde en verdriet gedeeld. Licht is daar een centraal thema: de hele week leef je toe naar het licht van Pasen dat in de viering van zaterdagavond tastbaar gemaakt wordt door het licht te delen. Het licht wordt doorgegeven door en aan iedereen in de kerk: Gods liefde in duizendvoud herhaald en in onze handen gelegd.

Vijfentwintig jaar: wat is er in die tijd veel gebeurd. Alleen al dat je nu met je volwassen kinderen de kerk in komt: wat een ontwikkeling heb je dan samen doorgemaakt. Onze vrienden vernieuwen vandaag hun huwelijksbeloften. Vijfentwintig jaar geleden beloofden ze in goede en kwade dagen bij elkaar te blijven. Nu zijn ze zoveel jaar verder, hebben ze geleerd en zijn ze gegroeid aan alles wat op hun pad kwam. Het zijn nog dezelfde mensen als toen, zo jong op die foto’s, en toch zijn ze ook niet meer dezelfde: ze hebben heel veel ervaring opgedaan en zich ontwikkeld. Wat een zegen is het als je steun aan elkaar hebt gehad en na al die jaren nog van harte voor elkaar blijft kiezen.


Aan het eind van de viering wordt duidelijk waar al die lichtjes op het rode kleed voor bedoeld zijn. Het bruidspaar heeft de afgelopen jaren waxinelichthouders verzameld en al die lichtjes voor de dienst neergezet en aangestoken. Wat een verschillende kaarsenstandaards: klein en groot, van glas , blik of steen, opvallend of eenvoudig. Nu blijkt dat ze  daar niet alleen als feestverlichting staan, maar met een  bedoeling. Want na de viering mag ieder een lantarentje uitzoeken en mee naar huis nemen. Zoveel verschillende mensen en zoveel verschillende lichtjes: ieder kiest iets passends en zo loopt ieder met een lichtje in de hand de kerk uit.

Onze vrienden maken ons tot lichtjes in de nacht. Het lichtje is bedoeld als een herinnering aan deze dienst, als bedankje voor onze aanwezigheid en als licht op ons pad.  ‘Laat het licht schijnen’, schrijven ze in de liturgie. En zo zitten we later in de trein terug naar huis met in onze rugzak voor ieder van ons gezin een lantarentje. We nemen letterlijk en figuurlijk licht mee naar huis. Die twee, bijna onherkenbaar jonge mensen uit het foto-album hebben in de afgelopen jaren veel geleerd, maar in het bijzonder om een lichtje te zijn in de nacht. Het kan niet anders: de broeders van Taizé hebben daar aan bijgedragen. Thuis zetten we onze lichtjes neer en we denken aan onze vrienden en aan de kracht van het Licht, uitgezaaid in ieder mens.