donderdag 31 oktober 2013

Eeuwige roem

Uit het drukke Amsterdam in de vrijdagspits rijden we noordwaarts. Hier is het weids, kaal en het grasland is overal doorsneden met kaarsrechte sloten waarin het water heel hoog staat. Dan rijden we de Afsluitdijk op. Op de tomtom zien we wat we zelf nog niet zien: aan beide zijden is er niets dan water. Bij het monument stappen we even uit en beklimmen de dijk. Aan de ene kant zien we de Waddenzee, aan de andere kant het IJsselmeer. Vogels vliegen laag in V-formatie, netten van vissers staan in het water. Een koude wind waait vanaf het wijde water met kracht op ons af.


Van ver je het bronzen beeld van Ir. Lely naar wiens ontwerp de Afsluitdijk is gebouwd. Met zijn aktentas onder zijn arm trotseert hij met rechte rug de harde wind. Trots en zelfverzekerd staat hij daar vereeuwigd en kijkt hij uit over het IJsselmeer dat dankzij deze dijk deels ingepolderd kon worden. Dankzij deze dijk is de kustlijn van Nederland veel minder lang, en daardoor makkelijker te verdedigen tegen de zee.

beeld van Ir. Cornelis Lely
door Mari Andriessen

Iets verderop staat een arbeider gebukt met een basaltblok. Je ziet aan dit beeld de moeite, de precisie en kracht die het bouwen van deze dijk gekost heeft. Zo statig en fier als  Lely hier staat, zo gebogen en moeizaam blijft deze eenvoudige arbeider hier voor altijd staan.

beeld van een steenzetter
op de Afsluitdijk

Dit gigantische project is zeker dankzij ingenieur en politicus Lely, maar ook dankzij het werk van vele anonieme harde werkers tot stand gebracht. Hun verhaal is niet dat van eeuwige roem, maar van een kapotte rug en versleten knieën. Zo is hun bijdrage geruisloos in de vergetelheid verdwenen.

Als beginnend predikant in ‘t Oldambt maakte het verhaal over één van hen indruk op mij. Hij moest uit nood vanuit Oost-Groningen aan de Afsluitdijk aan het werk. Hij was een werkloos geraakte boerenarbeider, kon geen nieuw werk vinden, en ging toen het gevecht met de elementen aan, daar midden op zee. Met de schop moest hij de draglinemachinist assisteren. Maar op de avond van 1 mei 1930 zag de machinist hem door de lage zon niet staan en kreeg hij met de draglinebak een fatale klap tegen zijn hoofd. Hij was op slag dood. Zijn weduwe kreeg niets: hij was te kort in dienst zodat hij nog nergens recht op had. Levenslang herdacht zijn weduwe hem op 22 april: de dag dat zij hem voor het laatst gezien had, de dag dat hij vertrokken was om aan de Afsluitdijk te werken.


Het is indrukwekkend, die Afsluitdijk. Ik begrijp dat beeld van Lely. Maar het beeld van die zwoegende arbeider, keihard aan het werk, raakt mij méér. Zovelen hebben hun kracht, en gezondheid, en sommigen zelfs hun leven moeten geven om mogelijk te maken dat ik hier op deze avond zo zorgeloos dwars door de zee kan rijden. Met dit blog wil ik een monument oprichten voor die ene: Harmannus Elzen, overleden op 1 mei 1930. Zijn naam kan ik niet aan een stad geven, zoals met Lely gedaan is, maar wel kan ik dit blog aan hem opdragen en hem een stukje van de eeuwige roem geven die ook hij verdient.