donderdag 6 februari 2014

Ogen open!

Alles draait als ik mijn hoofd beweeg. Wat een vreemde ervaring: het bureau golft en de bladzijden van mijn boek lijken te bewegen. Ik heb een nieuwe bril - voor het eerst een varifocale bril - en moet helemaal op nieuw leren kijken.

Voor de meeste mensen is kijken heel gewoon. Je doet het de hele dag. Je kijkt en dus zie je dingen. Maar het gekke is dat het helemaal niet zo eenvoudig ligt. Want vaak kijken we wel, maar zien we niet. Wekenlang kun je dezelfde route lopen en dan pas iets opmerken dat er al die weken al was. Of je kunt met een groep mensen naar hetzelfde kijken en toch allemaal iets anders zien.

Als je zelf net een nieuwe bril uitgezocht hebt, let je onwillekeurig op de brillen die mensen dragen. Als je op dieet bent, zie je overal eten. Als je verstand hebt van auto’s zie je allerlei details die een ander niet opmerkt en als je passie hebt voor de natuur zie je zeldzame bloemen in de berm. Zo bepalen onze geschiedenis en onze interesses wat we zien.


Zien kun je niet zomaar, kijken moet je leren. Want soms blijkt iets bij nader inzien toch anders dan op het eerste gezicht. Soms kijk je aan dingen voorbij, en moet je leren waar je op moet letten. Vaak kijken we niet echt, maar zien we alleen wat we verwachten of denken te zien. We kijken dan niet met een open blik, maar interpreteren en oordelen. Dan gaan dingen er heel anders uitzien. Maar het is de vraag of we dan wel echt kijken.

Met mijn nieuwe bril moet ik opnieuw leren kijken. Mijn nieuwe bril laat mijn ogen hard werken. Kijken is niet meer wat het was en ik voel me net een fotograaf met een fototoestel dat niet meer automatisch scherp stelt. Ik moet steeds zoeken hoe ik de verschillende dingen scherp kan zien: een boom in de verte, de traptrede, de kleine lettertjes op de verpakking en de tekst op mijn beeldscherm. Ineens besef ik dat kijken een kunst is. Want scherp zien – dat is niet vanzelfsprekend. Vaak zien we de dingen maar half, door een waas ... en focussen we niet. Wanneer we scherp stellen in letterlijke, maar vooral ook in figuurlijke zin, kijken we met een aandachtige en open blik.

Hoe ziet de buurvrouw eruit als we goed naar haar kijken? Misschien zien we dan dat ze moe is of verdriet heeft. Hoe ziet ons huis eruit als we scherp stellen? Misschien zien we dan allerlei dingen die zijn blijven liggen en die we al lang hadden willen doen, of zien we juist eens hoe gezellig het is. Wanneer we met aandacht kijken, is er veel meer te zien.

In de loop van ons leven moeten we steeds opnieuw leren kijken. Niet alleen wanneer we een bril krijgen, maar ook als we in een nieuwe fase van ons leven komen. Als je verliefd wordt, moet je leren zien waar die ander blij van wordt. Als je kinderen krijgt, moet je leren zien waar het gevaar is: de scherpe hoeken van de tafel en de gaten van het stopcontact. Als je ziek bent, moet je leren zien wat vooruit gaat of wat troost en kracht geeft.

In gesprekken met mensen die ziek zijn of die lijden aan het ouder worden, besef ik extra dat een mens zijn hele leven lang niet alleen problemen moet zien, maar vooral ook kansen en uitdagingen. Vaak zien we wat we niet (meer) kunnen en zien we wat er mis gaat. Hoeveel heilzamer is het wanneer we proberen te kijken naar wat er goed gaat, wat we nog wel kunnen en wat ons sterk maakt.

libellevleugel, foto: AFH

Kijken is een kunst. Goed kijken kost aandacht en tijd. Goed kijken gaat niet vanzelf. Maar als we dan werkelijk scherp stellen, dan zien we veel meer dan we ooit hadden gedacht: de wanhoop in iemands ogen en de gebogen rug en hangende schouders. Maar we zien ook de tere lijntjes op de vleugels van de libelle, de kleine knoppen aan de schijnbaar dode tak en een klein lichtpuntje in het donker. Als we goed kijken zien we ook kansen en mogelijkheden en kunnen we iets voor die ander betekenen.