woensdag 6 juni 2012

Vrouwen voor het voetlicht


Al heel vroeg was ik mij bewust van de ongelijkheid die er was tussen mannen en vrouwen in de geschiedenis, en soms ook nu nog. Het zijn de mannen die eeuwenlang de geschiedenis bepaald hebben en de geschiedenisboeken staan vol met mannen-namen. In de kerkgeschiedenis is het niet anders. Kerkvaders en pausen waren mannen, en pas sinds een kleine 50 jaar zijn er vrouwelijke predikanten in Nederland.

Maar die beroemde mannen uit de geschiedenis en de wetenschap hadden ook een moeder en vaak ook een vrouw. Ook kerkvaders en pausen hadden een moeder en vrouwen zijn altijd al de dragende kracht van de kerk. De namen van al deze vrouwen zijn in de geschiedenis vaak verloren gegaan, of worden als ‘de vrouw van’ een beroemd man herinnerd.

Katharina von Bora
geschilderd door Lucas Cranach der Älteste
afbeelding van Wikipedia

Katharina von Bora was de vrouw van kerkhervormer Luther. Naast de vele boeken die er over Luther verschenen zijn, is er eind vorige eeuw ook een biografie over haar verschenen. Tegenwoordig is er meer belangstelling voor de vergeten vrouwen uit de geschiedenis. Zo zijn er exposities van het werk van vrouwelijke kunstenaars of concerten met werken van vrouwelijke componisten. Soms moesten zij hun werk onder een mannen-naam publiceren om überhaupt serieus genomen te worden.

Momenteel is er een expositie in het Catherijneconvent in Utrecht: ‘Vrouwen voor het voetlicht’.  Hiermee besteedt het museum uitgebreid aandacht aan de rol van vrouwen in de kerk. De tentoonstelling laat zien op welke wijze vrouwen zich hebben ingezet voor de kerk van het jaar nul tot nu: nonnen, moeders, diaconessen, pastoorshuishoudsters, pastoraal werksters, vrouwelijke dominees etc. Met een vriendin die ook collega is, ga ik erheen.

We gaan in vogelvlucht de geschiedenis door en we zien schrijnende en ontroerende dingen voorbijkomen. Een wederdoopster wordt gevangengenomen op de markt en wordt vanwege haar geloof verdronken. Ze kan nog net haar jonge kind aan een van de toeschouwers in de armen drukken. Zulke verhalen vervullen mij met ontzetting. Hoe hebben mensen dogma’s zo veel belangrijker kunnen vinden dan het leven en de liefde? En ik besef dat dat niet alleen wás, maar nog steeds soms zo is. Toen waren het brandstapels, kruistochten en de inquisitie. In onze tijd zijn het terroristische aanslagen, executies en martelingen in naam van het geloof maar ook achterstelling van vrouwen en homofielen in veel kerken.

Waar geloof en macht samengaan, gebeuren on-gelovige dingen. Het is misschien niet voor niets dat in het Christendom het goddelijke juist herkend en gezien wordt in een kwetsbare, machteloze mens die niet zozeer oordeelde, maar liefde was.

Wat je op zo’n expositie ook beseft: gelovigen blijven mensen. Veel wat in de kerk gebeurde, had meer met het ‘menselijke’ te maken, dan met het ‘goddelijke’. Zo waren het in de kloosters de rijke koorzusters die de getijden baden, terwijl de arme lekezusters het vele werk verrichtten. Op een schilderij zie je een kerk vol imposante banken met mannen, en vrouwen zittend op krukjes en dergelijke. In de 17e eeuw waren de kerkbanken voor de mannen, en vrouwen moesten zelf maar iets om op te zitten meenemen.

Verbazingwekkend vind ik het dat ik sommige dingen niet eerder wist. Bijvoorbeeld dat er na de reformatie, toen de kloosters opgeheven waren, zg ‘klopjes’ bestonden. Dat waren katholieke meisjes die een religieus leven wilden leiden.  Zij woonden bij familie, waren sober gekleed en leefden zo als bruiden van de hemelse bruidegom (die aan haar hart klopte, vandaar de naam). Er waren véél meer klopjes dan priesters in die tijd en zo werd achter de schermen de kerk door vrouwen in stand gehouden.

Zo hebben vrouwen feitelijk een wezenlijke taak gehad, maar veelal anoniem en niet in de schijnwerpers. Bij een schilderij uit 1860 staat de tekst: ‘De vrouw is de ‘engel in huis’ die haar man uit de kroeg houdt en haar kinderen het geloof voorhoudt.’

De tentoonstelling besluit met de eerste vrouwelijke predikante, Anne Zernike, en met allerlei portretten van vrouwen van nu: predikantes, vrijwilligers, zusters. Soms voel ik ineens verwantschap. Bijvoorbeeld als een zuster van de Trapistinnen vertelt dat ze het mediteren ook niet altijd makkelijk vindt.’ ‘Maar’, zegt ze: ‘als ik zing ben ik helemaal aanwezig’.

Anne Zernike,
geschilderd door haar man Jan Mankes
foto van de site annezernike.nl

Naast de koorzusters en de lekezusters was er vroeger ook ‘de derde orde’; mensen die buiten het klooster een religieus leven leidden. Als kloosterzuster ben ik niet geschikt. Maar het religieuze is een wezenlijk onderdeel van mijn leven. Mooi dat dat ook buiten het klooster kan!





De expositie: "Vrouwen voor het voetlicht" is verlengd en nog te zien tot en met 7 oktober 2012 in museum het Catharijneconvent in Utrecht, zie http://www.catharijneconvent.nl

uit de nieuwsbrief van het museum: De rol van vrouwen in de kerk is tot op heden nog nooit in een tentoonstelling onder de aandacht gebracht. Tanja Kootte, samensteller van Vrouwen voor het voetlicht zei hierover in De Volkskrant: ‘Wij, de kunstgeschiedenis en het museum, hebben de rol van de vrouw verwaarloosd. Dat willen we graag rechtzetten’.