donderdag 19 juli 2012

Voor alles is een tijd


In het Joods Historische Museum in Amsterdam kocht ik het boek “Joods leven. Voor alles is een tijd” door Harry Gersh. Het is een inleiding op het Jodendom voor kinderen. Het boek begint als volgt:

Wij denken dat er een reden is dat de tijd bestaat. De tijd bestaat zodat wij kunnen uitgroeien tot betere mensen, die daardoor een betere wereld kunnen maken. Het doel van de tijd is bereikt als iedereen in de wereld helemaal goed is, als ieder mens alleen die dingen doet die helemaal eerlijk en juist zijn, als er geen honger meer is, geen oorlog, geen onrechtvaardigheid of gemeenheid.(...) Wij denken dat God ons daarom de tijd heeft gegeven. Wat jij met jouw tijd doet en hoe jij hem gebruikt is belangrijk. Jij kunt iets van je eigen tijd en van de toekomst maken, namelijk door rechtvaardig, vol mededogen (barmhartig) en eerlijk te zijn tegen alle levende wezens op aarde.


Dit raakt mij: het neemt ons mensen en onze tijd van leven heel serieus. In onze kerken is de toekomst vaak versmald tot ons eigen zielenheil. Er ligt veel nadruk op wat God voor ons deed en minder op wat wij zelf bij kunnen dragen. Gelovigen sluiten zich vaak op in ivoren torens van eigen gelijk en van zich verheven voelen boven anderen. Het gaat er allereerst om dat we bepaalde zaken geloven en bepaalde dogma’s onderschrijven. Zo zien veel Christenen de wereld als vijand of als zendingsgebied.

Is het christelijk geloof niet teveel afgedreven is van zijn joodse wortels? Jezus was een jood. Hij leefde als jood en geloofde als jood. Hij ging naar de synagoge, hij discussieerde met anderen over de Tora. Bij ons is geloven vaak geworden: je conformeren aan de éne waarheid. Maar in het Jodendom is studie een wezenlijk deel van de sabbat,  waarbij men zich bezig houdt met de vragen die het jood-zijn in onze tijd met zich meebrengt. Zo is geloven in het Jodendom vooral iets van dialoog en discussie.

In onze kerken hebben mensen er vaak moeite mee als er over dingen verschillend wordt gedacht. En bij ons is geloven vooral iets van het hoofd en het verstand geworden. Maar in het Jodendom doortrekt het geloof het hele leven doortrekt en speelt in alle praktische dingen van het leven een rol. Kenmerkend voor het Jodendom zijn de vele feesten. Sommige wekelijks, zoals de sabbat, andere jaarlijks.  Harold Kushner, rabbijn en auteur, schreef het boek: ‘Op het leven!’, een loflied op het joodse leven en denken.  Hij schrijft dat het doel van het Jodendom is om te leren hoe mensen van het gewone iets heiligs kunnen maken:

Tweeënvijftig keer per jaar biedt de sjabbat ons de mogelijkheid uit de tredmolen van het najagen van gewin en de druk van de agenda te stappen en onszelf te herdefiniëren als vrije mannen en vrouwen. Elke herfst biedt de joodse kalender ons dagen van reiniging en verzoening, dagen om ons te herinneren hoe dankbaar we mogen zijn voor de goede dingen op aarde en in de wereld. Elke winter roept Chanoeka ons op kaarsen te ontsteken om de duisternis te verdrijven. Elke lente komt Pesach met zijn boodschap van bevrijding. Zesenzeventig keer per jaar roept de joodse kalender ons op onszelf niet langer te definiëren aan de hand van wat we doen voor de kost of aan de hand van de dingen waarmee we onze dagen vullen, maar vraagt zij ons onszelf te definiëren aan de hand van wie we zijn en wie we zouden kunnen zijn.

In het Joods Historisch Museum zien we hoe al die feesten met hun rituelen deel zijn van het dagelijks leven. Het alledaagse en het religieuze worden steeds met elkaar verbonden. Zo is gelovig leven ook: bewust leven. Het betekent: nadenken over je leven en de toekomst, over wat de bedoeling is van je leven. In het Joods historisch museum kijken we filmpjes waarin Joden vertellen over hun geloof en hun leven. Wat mij opvalt is dat die oude rituelen mensen helpen om na te denken over hun leven. Zo vertelt een liberaal joodse vrouw hoe bij de pesachmaaltijd (het Joodse Paasfeest) gepraat wordt over wat ons in onze tijd tot slaaf maakt, wat ons onvrij maakt en gevangen houdt. Vera Ros schrijft in het museumtijdschrift n.a.v. expositie Jodendom in Nieuwe Kerk Amsterdam 2012: De sjabbat geldt niet alleen als rustpunt in de week, maar ook als waarschuwing dat de slaven van gisteren de onderdrukkers van morgen kunnen zijn. Zo heeft elke dag weer te maken met de toekomst en met wat wij met onze tijd doen.

In mijn eigen opvoeding waren zowel het vieren van de feesten als het bewust leven (met aandacht voor onrecht, milieu, etc.) belangrijke elementen. Zou dat maken dat ik mij in zekere zin verwant voel met het Jodendom? Het geeft in elk geval inspiratie, dit bezig zijn met het Jodendom. Want wat wij als Christenen wat vergeten zijn, zouden we misschien wel eens méér nodig kunnen hebben dan we denken. Want wanneer het geloof niet geworteld is in het leven van alledag en niet belangrijk is voor de toekomst, dan zouden we het wel eens kwijt kunnen raken .....