donderdag 8 november 2012

Langs de deuren


In deze wintertijd  zijn er weer de deurcollecten. Ik doe er ook altijd een paar. Jaren geleden ben ik ermee begonnen, toen onze kinderen nog  heel klein waren. Eerst nam ik ze mee in de buggy – wandelen en collecteren is een goede combinatie -, daarna liepen zíj met de collectebus en waren zíj het die op de bel wilden drukken.

foto van internet

Onze jongste zit al op de middelbare school, maar als ik ga collecteren gaat ze altijd nog trouw mee. Toen ik laatst voorstelde om na al die jaren maar eens op te houden met collecteren, was ze genadeloos: daar was geen sprake van. Want ze zei tegen mij wat ik haar vroeger leerde over verantwoordelijkheid, zorg voor zieken, aandacht voor onrecht en delen. Zo heeft de opvoeding die ik mijn kinderen gegeven heb een boemerangeffect en komt die weer bij mij terug.

En zo gaan we deze week dus weer op pad. Het is leuk om bij al die verschillende mensen bij de deur te komen. Ieder heeft het weer anders: bij sommigen zijn er bloemen en lichtjes bij de deur, mooie dingen voor de ramen en krijg je het gevoel dat je welkom bent. Bij andere huizen zit alles potdicht en lijkt het of mensen vooral niet gezien willen worden.

Het is ook interessant om te zien hoe mensen op een collectebus reageren. Sommigen geven vol overtuiging, vertellen bijvoorbeeld over hun dementerende moeder wanneer je voor de Alzheimer-stichting collecteert. Soms vragen mensen: waar is het voor? Wat doet die stichting? Vaak gaan mensen gestresst op zoek naar kleingeld;  iets dat mensen steeds minder in hun huis en in hun portemonnee hebben. Mannen slaan op hun broek, daar waar de zakken zitten, op zoek naar hun beurs: het is grappig om te zien hoe dat haast huis aan huis terugkomt. Tip van ons: zet een potje/beurs met kleingeld ergens vlak bij de voordeur, dan heb je altijd collectegeld bij de hand. Dat bespaart een hoop gezoek én gewacht!

Bij sommige huizen werkt de bel niet of is er nooit iemand thuis. Een enkeling lijkt bewust niet open te doen. Sommigen zeggen: ‘geen interesse’. Dat verbaast ons, want dit hele collecteren is in eerste instantie ook niet in ons belang. Met name op koude dagen en nu het zo vroeg donker is, is het niet een makkelijke klus. Maar uiteindelijk is onderzoek naar ziekten of hulp aan gewetensgevangenen ook in ieders belang en voor ieder mens “interessant”. Want gezondheid en vrijheid zijn voor ieder een van levensbelang.

foto van internet

Natuurlijk is het wel of niet geven aan een collecte ieders eigen keuze. Soms heb je even een poos niet veel  te geven omdat het geen vetpot is. Soms maken mensen andere keuzes, geven ze aan andere doelen die zij zelf van meer belang vinden. Het is fijn als mensen dat op een vriendelijke manier zeggen. Want wij komen niet voor onszelf en doen ook maar ons best voor het goede doel.

Bij sommige huizen is er een poes die kopjes geeft of een kind dat het leuk vindt om iets in de bus te doen. Ergens stapt de bewoner van het huis waar we aanbellen net in de auto. “Ik heb mijn portemonnee niet bij me, maar ik kom zó weer,” zegt hij, “Komen jullie hier nog weer langs?” Dat bevestigen wij. Dan schudt hij zijn hoofd en zegt: “Maar dan ga ik trouwens de rest van de avond ook weer weg”.  Hij denkt even na. “Ik leg wel iets voor jullie op de vensterbank”. Als we  bijna twee uur later weer langs dat huis lopen, ligt er iets te glinsteren op de vensterbank: vier euro!

Zo hebben we allerlei gespreksstof, onderweg. Je ziet zo in een paar uur hoe verschillend mensen reageren. Naast de minder mooie, zijn er zo ook de bemoedigende en hoopvolle dingen. Dat er echt wat op de vensterbank ligt – dat doet goed.  En zo gaan we koud, maar vrolijk, en met een zware collectebus terug naar huis.