vrijdag 6 maart 2015

Walsen met de dominee

Als we bij de kerk komen, horen we de muziek al: vrolijke klanken die uitnodigen tot beweging. In de zaal bij de kerk wordt een dansavond gehouden. 

De zaal zit vol: vrouwen in mooie jurken en mannen in pak, maar ook mensen in hun dagelijkse jeans en t-shirt. Allemaal hebben ze dit gemeen: wanneer de muziek begint, kunnen ze niet blijven zitten. Dan wordt het in de zaal een bont door elkaar van bewegende mensen.

Mijn tante is een van hen. Voor haar is dansen een grote bron van vreugde. Ze slaat geen dans over. Het houdt haar fit en vrolijk, het ontspant en geeft haar levensvreugde. 

Tussen alle dansende paren valt één paar mij bijzonder op. Ze zijn in gewone vrijetijdskleding gekomen, maar zodra ze dansen strálen ze. De vreugde die ze de hele avond uitstralen, maakt indruk op mij. Beide zijn ze niet jong meer, maar vol levensvreugde en de verliefdheid spat eraf.

De dansavond is door de kerk georganiseerd. Ook de predikant is er. We praten een poosje over het wel en wee van de kerk: bij hen in Zürich en bij mij in Almelo. Er zijn grote verschillen maar ook overeenkomsten: ook daar zoekt men naar nieuwe vormen om geloof gestalte te geven. Voor deze gemeente in Zürich is de dansavond een laagdrempelige manier om mensen (weer) bij de kerk te betrekken. 

Toen ik predikante was op de Veluwe, was dansen soms problematisch. Op sommige scholen was het zelfs verboden, omdat het niet zou passen bij een gelovig leven. 


Hoe anders is dat in Zürich. Het kerkzaaltje is vol dansende mensen. De vreugde van de beweging en het ritme, van het samenzijn en de verbondenheid gaat hand in hand. Niet altijd was er een moeizame verhouding tussen het Christendom en dans. Er is een tekst over dansen die toegeschreven wordt aan Kerkvader Augustinus:

Ik loof de dans
want hij bevrijdt de mensen
van de zwaarte van de dingen
en verbindt wie vervreemd is
weer met de gemeenschap.

Ik loof de dans
die alles vraagt en alles geeft:
gezondheid, helderheid van geest
en bezieling.

De dans wil
dat mensen geestdriftig zijn
en evenwichtig
en al hun krachten benutten.

Ik loof de dans!
O, mens, leer dansen,
anders weten de engelen in de hemel niet
wat ze met  je moeten aanvangen.

Wanneer de muziek weer begint te spelen, wordt de predikant onrustig. Hij bekent mij dat hij eigenlijk niet kan dansen, maar dat hij het toch doet. Want hij is de danspartner van een gemeentelid dat weduwe werd. Zij danste altijd graag met haar man – en om haar nu de vreugde van het dansen weer te geven, danst de dominee met haar. Zo zie ik ze daar gaan op de dansvloer: de dominee met de oude dame, het stralende paar, mijn tante ….

Naast alle moeilijke dingen van het leven is er hier even tijd om te ontspannen, te genieten. Even niet zwaar en aan de grond gebonden, maar licht en zwevend. Levensvreugde is een grote kracht die moed geeft. Dat kerk en geloof uitnodigen tot het ervaren van die vreugde, stemt mij vrolijk. Zo kan het ook!

schotse dansavond op Iona