donderdag 20 augustus 2015

Een leeg midden

Het is Open Kloosterdag. En ik woon tegenwoordig in een stad waar een klooster is. Bij Open Monumentendag gaat het om bijzondere gebouwen, en dat zijn kloosters ook vaak. Maar bij Open Kloosterdag gaat het om iets anders. Want een klooster is vooral een gemeenschap.

Zo fietste ik naar het Karmelklooster in mijn stad Almelo. Er zijn meer gasten en we worden ontvangen met een powerpoint met achtergrondinformatie over de orde en vervolgens is er een rondleiding door de kloosterlingen. Opvallend is dat het een klooster is waar mannen én vrouwen wonen. Ik vind het mooi dat dat kan: het is immers  het verlangen om in een religieuze gemeenschap te leven en te werken, dat je verbindt.

De broeder die ons rondleidt, vertelt over het dagelijks leven en over het religieuze leven. Hier in het klooster is dat nauw met elkaar verbonden: dagelijks leven en geloof zijn met elkaar verweven. 

Net als elke orde heeft ook de Karmelorde een ‘regel’: de leefregel van de gemeenschap waarin het leven van de gemeenschap in grote lijnen richting gegeven wordt. Wie bij de Karmelieten intreedt, krijgt de regel gekalligrafeerd en ingelijst cadeau. Een kunstenaar heeft dit vormgegeven, en wel op een bijzondere manier: in het midden is een witte ruimte open gelaten. Die witte, lege ruimte staat voor het goddelijke, voor het andere. Daarom is de witte open ruimte omgeven door een goudkleurige rand.


Dit thema van het lege midden komt bij de rondleiding meerdere keren terug, o.a. in de vorm van het gebouw. Ondanks het feit dat het geen Open Monumentendag is, is dit ook een bijzonder gebouw: ontworpen door Alberts en van Huut, die ook aan de wieg stonden van het Gasuniegebouw in Groningen en het ING hoofdkantoor in Amsterdam . Het Karmelklooster is gebouwd vanuit het gedachtengoed van de orde. In het midden van het klooster is een lege ruimte: een ronde binnentuin. Vanuit de hal, die rond om de binnentuin gaat, heb je via glas uitzicht op de binnentuin. Daaromheen vindt het leven van de gemeenschap plaats. 


In de binnentuin staan wat struiken en ineens zie ik een mereljong scharrelen. De broeder vertelt hoe er elk jaar een merel nestelt in hun binnentuin en hoe ze kunnen volgen hoe de jonge merels groter groeien en zelfs vliegles krijgen. Bang voor katten hoeft de moedervogel hier niet te zij. Wat een geluk.

Aan het eind van de middag zijn er de vespers in de kerk. Ook hier een leeg midden waarin alleen de paaskaars brandt. Het raakt mij, die symboliek van de lege ruimte. Want in onze maatschappij en in onze levens is alles zó vol: met plannen, met taken, met spullen, met eisen, met woorden, met wensen, met activiteiten en noem maar op. Die lege ruimte, dat lege midden: het is een uitnodiging om  ruimte te maken in onszelf, in ons leven, in ons denken en in ons hart. Ruimte voor wat er werkelijk toe doet. Ruimte voor de ander en de Ander. 


Zo brengt deze Open Kloosterdag ook openheid bij mijzelf: een aansporing om ook in mijn eigen leven weer te zoeken naar de open ruimte, het lege midden.