zaterdag 31 oktober 2015

Lente in de herfst

Als een bruid voel ik mij: langzaam dwarrelt het om mij heen, en vallen diepgele bladeren op de grond. Ik heb het op mijn wandelingen door park Sonsbeek meer en meer herfst zien worden. Langzaam verkleurde al het blad, eerst aan de bomen, en nu ligt het las een prachtig tapijt aan mijn voeten.

park Sonsbeek in Arnhem

Eerst vielen de vruchten: de kastanjes, de eikels. Op ons terras hoorde je de kastanjes met een smak neerkomen. Glanzend en warmbruin: ik kan het niet laten ervan op te rapen. Nu zijn het de bladeren die vallen. Deze zonnige herfstdagen ritselt het af en toe even in de boom: een zachte windvlaag. De bladeren maken zich los en zweven sierlijk, bijna dansend, naar beneden. 

park Zypendael in Arnhem
  
De statige oude beuken, de eiken, de kastanjes in park Zypendael laten allemaal hun blad vallen. Sommige bomen hebben dat al tientallen of zelfs honderden keren gedaan. Goudgeel en rood ligt het blad aan mijn voeten. De diepgroene zomerbomen zijn ineens aan het veranderen: hun takken al bijna kaal, hun stammen zichtbaar.

De bomen laten hun blad vallen om toekomst te hebben. Ze kunnen de winterkou doorstaan, als ze hun blad laten gaan. Op deze zonnige dag lijkt het de bomen makkelijk af te gaan, en heeft het zelfs iets heel feestelijks. 

Wij associëren de herfst vaak met ouderdom en verval. Maar het laten vallen van het blad is eigenlijk juist een maatregel ten leven: door hun blad af te werpen, kunnen de bomen het winterseizoen doorstaan en straks in het voorjaar weer uitlopen.

vallend blad

Mensen houden zich vaak krampachtig vast aan dingen: aan spullen, aan oude denkbeelden, aan gewoonten, aan tradities, aan hoe het was. Juist als er moeilijke tijden komen, willen mensen die dingen vasthouden. Dat geeft zekerheid en is vertrouwd. Wij denken dat het ons helpt als we al die dingen vast houden. Maar het zou wel eens net zo kunnen zijn als met de bomen: juist door dingen los te laten, kunnen we een moeilijke periode doorkomen en een nieuw begin maken.

Kortgeleden las ik in een boek (Raven, van de voorzitter van de landelijke Raad van Kerken Klaas van der Kamp) een bijzondere gelijkenis. Ik vertel het in eigen woorden na: een groep mensen is onderweg en stuit op een rivier. Er is geen brug, geen doorwaadbare plaats, geen veer .. en dus is de rivier een onoverkomelijke hindernis. Uiteindelijk bedenkt een van hen dat ze van de bomen op de oever een vlot kunnen bouwen. Dit vlot brengt hen heelhuids aan de overkant. De groep vervolgt zijn tocht, en neemt daarbij het vlot op de schouders mee. Maar: de groep komt op de verdere tocht nergens meer een rivier tegen zonder brug of veer. Het vlot echter slepen zij met zich mee en wordt van redding tot ballast.

Onbewust doen wij mensen dit vaak: we hebben oplossingen gevonden die ons in bepaalde situaties geholpen hebben.  Voor de zekerheid nemen we ze mee – ook als onze situatie inmiddels volledig is veranderd. Of dat nu spullen zijn of denkbeelden: we worden in de loop van ons leven dus steeds zwaarder beladen. De bagage wordt tot ballast. Soms zelfs zo, dat het ons doet stil staan.

Gravenallee Almelo

We kunnen van de bomen leren: loslaten wat ons belemmert, wat onze toekomst in de weg staat. Dan pas is er zicht op toekomst. Ineens begrijp ik waarom die bladeren zo dansend en sierlijk vallen: híer wordt de kiem gelegd van de lente, het nieuwe begin!